16 NOVEMBER 1978
1466
"geeft het college in overweging"? De reden daarvan
is dat volgens afspraak voor een aantal fracties
geldt hier naar mening het politieke programakkoord
de hoofduitgangspunten van het structuurplan
voor de binnenstad ook hoofduitgangspunten voor
het ruimtelijk beleid in de komende jaren zullen
zijn. De parkeergarage in het gebied Achter de
Lange Stallen hebben wij niet toevallig voor de
grap uitgevonden. De vaststelling van de wenselijk
heid van deze parkeergarage -- de raad moet dat
weten is de resultante van een uitgewogen proces
waarin met belangstellenden en belanghebbenden is
gesproken en waarin aan inspraak is gedaan, mis
schien te kort, misschien te lang, misschien te
dik, te hoog en te breed, maar met als gevolg dat
dit punt gewoon in het structuurplan staat. Nu kan
men natuurlijk star zijn en zeggen dat men geen don
der meer te maken heeft met alles wat formeel in
het structuurplan staat. Het is echter met het oog
op een beleidsvisie op langere termijn en met het
oog op de gewenste duidelijkheid jegens de Bredase
bevolking volkomen onmogelijk telkens de uitgangs
punten van in onze ogen goede besluiten wederom op
de tocht te zetten en discutabel te stellen. Op
die manier is er in Breda geen beleid te voeren.
Voor elke plaats in de binnenstad zullen op eerste
afroep natuurlijk mensen aanwezig zijn die tegen
de indertijd genomen besluiten bezwaren hebben. De
werkzaamheden van het college, de ontwikkelingen
op lange termijn en de discussies met de rijksover
heid worden lam gelegd, als wij niet kunnen uit
gaan van een goed doortimmerd, wetenschappelijk
onderbouwd, voor de raad inzichtelijk en op basis
van raadsbesluiten opgesteld plan voor de ontwik
keling van de binnenstad. In dat verband is voor
de meerderheid van het college het opereren aan de
hand van het structuurplan heilig. In het struc
tuurplan staat dat er bij de binnenstad parkeerga
rages moeten komen. Er zijn, na een discussie waar
van de uiterste standpunten met enige overdrij
ving kunnen worden omschreven als "op de Grote