16 NOVEMBER 1978 1468 vormt, maar ik betwijfel of die ene parkeergarage zó zeer een hoofdlijn is, dat je er nooit van zijn leven tegen kan zijn. Ten tweede is bij de behande ling van het structuurplan de nadruk op het struc tuurkarakter van dat plan gelegd; over de nadere invulling zou nog opnieuw worden gesproken. Volgens één van de informatiefolders moet zelfs gaandeweg worden nagegaan of de genomen besluiten juridisch en financieel haalbaar zijn. Gezien alles wat er op landelijk niveau en in de financiële sfeer aan de hand is, heb ik nog mijn twijfels over de vraag of de subsidie voor die parkeergarage er wel komt. Van de regering die op het ogenblik in Den Haag aan het bewind is, gaat een bezuinigingsdrift uit. Er wordt bij allerlei ministeries bezuinigd en het is natuurlijk duidelijk dat het ministerie van eco nomische zaken graag minder subsidies voor parkeer garages uitkeert en dat de andere ministeries niet staan te springen om die subsidieplicht over te ne men. Ik heb, al met al, over de financiële haalbaar heid van de parkeergarage grote twijfels. De moge lijkheid die het college zelf in de informatiefol der heeft genoemd, namelijk de mogelijkheid dat bepaalde elementen van het structuurplan opnieuw ter discussie worden gesteld, komt daarmee heel duidelijk open te liggen. In de informatiefolder is sprake van juridische en financiële redenen om het structuurplan in her overweging te nemen. Ik vind echter dat daarnaast ook andere argumenten zouden moeten kunnen gelden. Als zich in de maatschappij nieuwe ontwikkelingen voordoen, heeft een attent gemeentebestuur naar mijn mening de plicht om na te gaan of het struc tuurplan niet moet worden gewijzigd. Ik ben van me ning en dat is geen nieuwe opvatting in de kring van de P.v.d.A-fractie dat er heel duide lijk aanwijzingen zijn dat de parkeergarage niet noodzakelijk is. Ik wil bestrijden en daarmee kom ik meteen op het tweede belangrijke bezwaar van de wethouder tegen mijn motie dat voor de verwezenlijking van de ten aanzien van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1468