1469 16 NOVEMBER 1978 binnenstad gestelde doeleinden een parkeergarage in het gebied Achter de Lange Stallen nodig is. Er wordt gezegd dat de mensen in de stad moeten kun nen komen, omdat er anders geen sprake van een ont moetingsfunctie is. Nu denk ik dat wij het er al len over eens zijn dat de mensen voor het bereiken van de binnenstad in de komende tijd eigenlijk steeds meer gebruik zouden moeten gaan maken van andere middelen van vervoer dan de auto. Ik per soonlijk ben van mening dat het veel beter zou zijn het openbaar vervoer te versterken. Ik begrijp best dat in Nederland helaas de meeste mensen graag overal met hun auto naartoe gaan en als het kan het liefst tot voor de deur willen rijden, maar met het oog op de milieubezwaren en de gevaren die het autorijden oplevert ben ik van mening dat een overheid op gegeven ogenblik een beetje moet gaan reguleren. Wij hebben in het verleden al betoogd dat het onzes inziens beter voor het leefklimaat zou zijn ik denk daarbij niet alleen aan de woonfunctie maar ook aan de ontmoetingsfunctie van de binnenstad de parkeerplaatsen aan de rand van de stad te creëren en niet in het hartje van de stad, waar zij veel verkeersoverlast met zich meebrengen, zowel voor de bewoners als voor de bin nenstadsbezoekers. Kortom, ik ben niet door de wethouder over tuigd en ik blijf staande houden dat de bouw van de parkeergarage opnieuw zal moeten worden overwo gen. Ik zou willen vragen of de motie in stemming zou kunnen worden gebracht. De VOORZITTER: Zeker. De heer TEN WOLDE: Ik krijg bijna de indruk dat wij een repetitiecollege structuurplan te horen krijgen van jonge lectoren, die ook nog verstand hebben van Bestek '81! In Bestek '81 gaat het ove rigens niet om een bezuinigings- maar om een om buigingsoperatie en dat is iets heel anders. Ik zou nog enkele opmerkingen willen maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1469