1479
16 NOVEMBER 1978
plan en nu moet de heer Van de Steenoven het mij
niet aandoen de vraag te stellen of parkeergarages
in het hart van de binnenstad moeten worden geloka
liseerd. Parkeergarages moeten inderdaad niet in
het hart van de binnenstad liggen daarom moet
er dan ook geen op het parkeerterrein van V. en D.
komen maar zij moeten wèl ergens tussen ener
zijds het centrum dat we gezamenlijk in Breda tot
zijn recht willen laten komen en anderzijds het
Mastbos hun plaats vinden. Ik kan mij voorstellen
dat je te dien aanzien politieke dimensies kunt
aanbrengen; we hebben echter gezamenlijk besloten
waar de parkeergarages komen te liggen en dat be
sluit is niet uit de lucht komen vallen.
Dit is mijn probleem in de discussie met de
heer Van de Steenoven.
Nog een kreet: "we moeten het openbaar vervoer
versterken". Ik wijs erop dat jammer genoeg de ge
meenteraad niet de wereld en omstreken kan verande
ren. Dit betekent dat wij wel kunnen zeggen dat het
openbaar vervoer moet worden versterkt, maar de
heer Van de Steenoven, die waar ik veel respect
voor heb met kennis van zaken spreekt, weet dat
hij geen bal te vertellen heeft over de versterking
van het openbaar vervoer op lokaal niveau. Als we
namelijk één buslijn in Breda bij een extra halte
willen laten stoppen in n'importe welke steeg in
welke buurt van Breda dan ook, hebben we toestem
ming van de minister nodig, omdat het drie en een
halve cent kost en we dat zelf niet mogen uitgeven.
Op lokaal niveau kunnen we dus voor het openbaar
vervoer geen moer doen. We moeten het doen met het
gegeven budget voor het openbaar vervoer.
De heer GARRITSEN: In andere steden wordt wel
degelijk een binnenstadsbeleid gevoerd waarin het
openbaar vervoer voldoende aan zijn trekken komt
en dat minder autogericht is dan het Bredase ver
keerscirculatieplan. De gemeente heeft daar beslist
wel iets over te vertellen; het hangt er maar van
af welke uitgangspunten je kiest.