1485 20 NOVEMBER 1978 AANLEG EN EXPLOITATIE VAN STADSVERWARMING IN BREDA. (R) De heer PEETERS: Hedenavond is het dan zo ver dat wij ons uitspreken over de aanleg en exploita tie van stadsverwarming. Op 19 september mochten wij in deze raad reeds een principe-uitspraak in zake de aanleg van stadsverwarming doen, dit om uw college in de gelegenheid te stellen in onderhande ling te gaan met Economische Zaken en de NEOM voor het verkrijgen van de benodigde financiën. Thans zijn wij als raad aangekomen op het punt waarop wij niet alleen "ja" of "neen" tegen stadsverwar ming moeten zeggen, maar er tevens werkelijk een begin mee zullen moeten maken. Rond het "ja" spelen de reeds in een vroeg stadium van de studie genoem de financiële problemen, welke in de loop van de studie en de beraadslagingen zijn ontstaan en be kend zijn geworden als de "financiële mits", een zeer grote rol. In het kader van de taakverdeling in de res pectievelijke commissies en de fractie zal ik mij uitsluitend tot de financiële zijde van deze pro blematiek beperken. De onderhandelingen met E.Z. en de NEOM hebben geresulteerd in de toezegging van een overheidsbijdrage van 9 miljoen met daar naast een risicodragende lening van 14 miljoen van NEOM. In het licht van de aanloopverliezen in negatieve factoren berekend van 14.100.000, is dit alles bijeengenomen een goede financiële dekking. Wij hebben bij informatie van uw college mogen vernemen onder welke voorwaarden de risico dragende lening zal worden aangegaan; wij kunnen ons daarmee verenigen. Toch wil ik hierover nog een vraag stellen, en wel of de toezeggingen inder daad hard zijn. Ik zou die toezeggingen namelijk graag schriftelijk zien bevestigd, waarbij ik doel op zowel de toezeggingen van E.Z. als de afron ding van de onderhandelingen met NEOM. Een tweede vraag rond de financiële mits kan zijn of uw college bij de tariefstelling in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1485