1493 20 NOVEMBER 1978 zeggen. In de eerste plaats moet ik in die richting een compliment maken, want de mensen van het Enwa en de wethouder hebben hier heel hard aan gewerkt,- zij hebben hun nek uitgestoken. Het bedrijf zal nu veranderen van een statisch bedrijf in een be drijf met een zekere dynamische groei. Dat is na tuurlijk goed voor de werkgelegenheid van en in de gemeente, al zullen er nog wel eens problemen op treden. Technische hulp zal in de aanvangsfase bij voorbeeld mogelijk moeten zijn en wij verzoeken u dan ook mee te delen hoe u denkt over de gedachte om tijdelijk deskundigheid aan te trekken. Bij een volgend punt is al gebleken dat onervarenheid met een bepaald systeem een belangrijke rol speelt. Wellicht kan die worden voorkomen door tijdelijke aantrekking van deskundigheid; graag uw visie daar op. Voorts zullen hoge eisen worden gesteld wat de administratie en de organisatie betreft. Wij wil len u vragen of in de commissie daarover nog nader kan worden overlegd. Wij achten het stadsverwarmingsproject een verantwoord project en wij steunen dan ook uw voor stel. Ik meen dat wij er blij om mogen zijn dat Breda verder kijkt dan zijn neus lang is, dat het inziet dat er in de toekomst problemen zullen ont staan wat de energievoorziening betreft en dat het daarop nu al wil reageren. De heer NEEB; Na het min of meer historische raadsbesluit van 19 september jongstleden, waarbij in principe werd besloten tot de aanleg van stads verwarming, kreeg ik de indruk dat de raadsleden pas toen goed gingen beseffen wat een en ander ei genlijk inhield. Een proces van maandenlange voor bereiding was hieraan voorafgegaan en de ontsteking was eigenlijk pas op genoemde datum goed in werking gesteld. Een hele serie nabranders was hiervan het gevolg. Ik wil hierbij wat punten noemen, waarmee ik tevens min of meer de inhoud van mijn verhaal weergeef. Deze punten zijn de volgende: - de onderhandelingen met het rijk en de NEOM

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1493