1495 20 NOVEMBER 1978 mening voldoende de zekerheid gegeven dat de ge- meente Breda financieel gezien zonder onaanvaardba- re risico's met de stadsverwarming kan gaan starten. i Ten aanzien van dit gedeelte rest mij nog slechts 1 één vraag. De voorwaarden van de risicodragende NEOM-lening ad 14.000.000,zijn, zoals u in uw voorstel toelicht, voor u vooralsnog acceptabel; 1 definitief uitsluitsel zal zo spoedig mogelijk wor den gegeven. Ik wil u vragen wanneer wij welk uit sluitsel kunnen ontvangen, opdat wij de definitieve geruststelling kunnen krijgen dat het financiële gedeelte inderdaad is afgerond. Ik wil vervolgens ingaan op het toetsingsrap port van het C.E.B. Wij zijn al zo ver gekomen dat wij toetsingen gaan toetsen; misschien zal daarmee nog wel verder worden doorgegaan. Volgens de op dracht had het Centrum voor Energiebesparing pri mair het K.E.M.A.-rapport moeten evalueren en se cundair eventuele alternatieven moeten aangeven, welke direct uitvoerbaar zouden moeten zijn. Bij een bestudering van het C.E.B.-rapport en ook tij dens de openbare bespreking hiervan moest ik echter vaststellen dat het Centrum zich vaak door andere uitgangspunten heeft laten leiden en de volgorde van de opdracht heeft omgekeerd. Volgens hem passen- sende motiveringen is het appels met peren gaan vergelijken. De financiële haalbaarheid van de door hem voorgestelde alternatieven is niet of onvoldoen de onderzocht en voorzover het wel is gebeurd kwa men er onacceptabele gegevens naar voren. Het is duidelijk dat noch het rijk noch de NEOM noch In tergas noch de P.N.E.M. medewerking kan en wil ver lenen aan de door het Centrum voorgestelde alterna tieven. Het is inderdaad gewenst energiebesparing te betrachten, maar dan niet ten koste van een stijging van het aardgasgebruik. Het is voorts ge wenst dat grote flexibiliteit en betrouwbaarheid ten aanzien van zowel brandstof- als warmtevoor ziening worden betracht, maar dan niet in nieuw te bouwen kleine opwekkingsinstallaties, vlak bij de bewoningsgebieden, welke uitsluitend zijn gericht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1495