1497 20 NOVEMBER 1978 betrouwbaarheid van het systeem. Ik kom vervolgens op de beheersvorm, die als zodanig niets te maken heeft met de toetsing van het C.E.B.-rapport. Naar mijn mening bestaat er voorlopig geen behoefte aan een aparte op te rich ten naamloze vennootschap, al ga ik er natuurlijk wel van uit dat het Enwa, zodra het stadsverwar mingsproject inderdaad van de grond is gekomen en gaat draaien, zal bestaan uit vier separate poten, te weten gas, water, elektriciteit en de stadsver warming, opdat een en ander gemakkelijker kan wor den gecontroleerd en gevolgd door de diverse commis sies. Ik heb verschillende desiderata op een rijtje gezet en bekeken of het plan B of één van de C.E.B. systemen deze het meest benaderen. Ik ben niet uit puttend geweest in mijn opsomming, maar ik heb ge tracht mij te beperken tot de hoofdpunten. Ik heb nog niet eens gesproken over de studies en onder zoekingen welke naar mijn verwachtingen zullen wor den verricht naar uitbreiding van het systeem, op dat ook andere eventueel bestaande wijken of omge vingen hiervan gebruik kunnen gaan maken. Uiteinde lijk konden wij slechts kiezen tussen twee hoofd modellen. Eigenlijk is dat niet erg bezwaarlijk, want aan het begin van mijn verhaal zei ik al dat ik het de taak van de K.E.M.A. en het C.E.B. acht vooraf een keuze uit een groot aantal systemen te maken, zoals deze nationaal en internationaal al worden gebruikt of nog zullen worden gebruikt. De beide instanties hebben dat inderdaad gedaan, zodat uiteindelijk aan ons de keuze tussen twee systemen is overgebleven. Het voorzeven en voorsorteren is naar mijn gevoel adequaat en goed gedaan. Beide in stanties, zowel de K.E.M.A. als het C.E.B. ben ik hiervoor zeer dankbaar, want hierdoor is het in zicht van mijn fractie enorm vergroot. Ook de ener gieke inbreng van de ambtenaren van het Enwa en de diensten bedrijven en financiën dient te worden ge noemd. Last but not least vermeld ik natuurlijk nog de activiteiten van zowel de huidige, helaas

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1497