1505
20 NOVEMBER 1978
ik meen drie of vier commissievergaderingen. Deze
raad heeft op 19 september een principe-besluit ge
nomen tot aanleg van een stadsverwarmingsproject.
Namens onze fractie alle dank aan degenen die het
afgelopen jaar met dit project bezig zijn geweest.
Het zou voor de heren statistici wel eens interes
sant kunnen zijn als werd uitgerekend hoeveel
woorden over het onderhavige project zijn gezegd
en geschreven, zowel door ingenieurs als door ge
wone raadsleden die straks een politieke beslis
sing moeten nemen. Achteraf kun je je echter af
vragen of een raadslid wel zo gewoon is, want hij
bepaalt toch wat er in onze stad gaat gebeuren.
Ik vind het alles bijeen maar een moeilijke aange
legenheid, maar we moeten vooruit.
De raad heeft op 19 september besloten een
evaluatie-onderzoek te laten verrichten ter toet
sing van het K.E.M.A.-rapport en het resultaat van
dit onderzoek is neergelegd in een rapport van het
Centrum voor Energiebesparing te Rotterdam. Dit
onderzoek heeft 30.000,gekost, maar duidelijk
willen wij stellen dat wij een goede keuze hebben
gedaan. Ook namens onze fractie dank aan de samen
stellers van de Centrum-rapportage, want het is
duidelijk dat er naar aanleiding van dit rapport
ter toetsing van het K.E.M.A.-rapport enkele prin
cipiële zaken naar boven zijn gekomen. Op deze za
ken kom ik in mijn verdere betoog nog terug.
Om alles een beetje op een rijtje te houden
volgen wij in grote lijnen uw preadvies.
Hoofdstuk 2. Het principe-besluit van 19 sep
tember was nodig teneinde een subsidie van de rijks
overheid te verkrijgen; de centrale overheid stel
de die voorwaarde. De inzet was een bedrag van
13 miljoen en op bladzijde 2 is duidelijk aange
geven hoe dit bedrag is opgebouwd. Uiteindelijk is
het een bedrag van 9 miljoen geworden en als ik
het goed heb begrepen komt het verschil voort uit
de oliepariteit in 1986. Overigens moet ik u zeggen
dat ik dat laatste eerlijk gezegd niet snap, maar
daarvoor hebben wij de deskundigen. Economische