20 NOVEMBER 1978 1506 Zaken gaat ervan uit dat die oliepariteit in plaats van in 1986 al in 1982 wordt verkregen. Ik wil u vragen of wij als raad kennis kunnen nemen van de gekoppelde voorwaarden welke door Economische Zaken zijn gesteld en waarmee u als college akkoord bent gegaan. Voorts is meegedeeld dat de NEOM een bedrag van 14.000.000,als risicodragende lening is gevraagd. Uit het gestelde op bladzijde 3 van uw preadvies blijkt duidelijk dat de onderhandelingen met de NEOM moeilijk zijn geweest. Donderdagavond of -nacht werd door de wethouder van financiën nog meegedeeld dat zelfs op diezelfde dag nog bespre kingen met de NEOM hadden plaatsgevonden. In het preadvies lezen wij dat nog nader overleg over een aantal voorwaarden zal plaatsvinden. Als P.v.d.A.-fractie verzoeken wij u de gehe le financiële kant van deze aangelegenheid voor de leden van deze raad schriftelijk te laten vastleg gen. Binnen onze fractie hebben wij wel eens nage dacht over de vraag of er een organisatorische vorm kan worden gevonden waarbij het stadsverwarmings- project apart binnen het bedrijf wordt onderge bracht. Daarbij zal dan de kostenbewaking aan de orde moeten komen, die ontzettend moeilijk zal zijn; de maximale kosten zijn in dezen berekend. Wij zul len verder graag van u horen of de raad maandover zichten zal kunnen krijgen. Vervolgens zal er ruim te aanwezig moeten zijn voor bijstellingen. Wij denken hierbij met name aan driemaandelijkse over zichten van de stand van zaken. Voorts verzoeken wij u alle mogelijkheden op een rijtje te zetten voor het geval een en ander positief uitvalt. Een situatie als bij het Hoogspoor moet duidelijk wor den voorkomen; ik meen dat er tussen het begrote bedrag en het bedrag dat met de uitvoering gemoeid v/as een verschil van rond de 40 miljoen bestond. Hoofdstuk 3Onze fractie is het met het col lege eens dat het onderzoek goed is geweest. Terecht stelt u dat het bij velen een verdieping tot de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1506