1517
20 NOVEMBER 1978
De weg waarlangs deze beslissing aan de raad
is voorgelegd is enigzins merkwaardig te noemen.
Er was geen sprake van een meerjarenintentie ten
aanzien waarvan wij vanavond constateren dat de be
slissing voldoende is uitgewerkt. Wij zijn als ge
meente geconfronteerd met een landelijke ontwikke
ling die nog niet eens zo heel erg oud is; in Bre
da speelt zij ongeveer een jaar. Ik moet u eerlijk
zeggen dat deze ontwikkeling aanvankelijk een beet
je is benaderd vanuit de vraag waarom Breda in de
zen eigenlijk voorop zou moeten lopen. Via aller
lei voorlopige oriëntaties en studies werd men ech
ter allengs enthousiaster en uiteindelijk resul
teerden deze in een studie-opdracht die wij tezamen
met de P.N.E.M. aan de K.E.M.A. verstrekten om de
mogelijkheden van stadsverwarming in Breda daadwer
kelijk te onderzoeken.
Ik kom voorts op de studie zelf, die werd op
gezet vanuit de gedachte van decentrale opwekking,
die echter ten tijde van de interim-rapportage om
klapte naar, oneerbiedig gezegd, de pijp vanuit
Geertruidenberg, omdat de situatie in Breda zich
zowel financieel-economisch als technisch gezien
daarvoor nadrukkelijk leende.
Ik heb op deze wijze het verhaal wel erg vlug
verteld, maar ik ben het met de heer Dreef eens
dat er achter dat korte verhaal honderden vergade
ringen, studies, deelstudies, beoordelingen et ce
tera schuilen. Commissies uit de raad, niet in het
minst de commissie bedrijven, moesten worden geïn
formeerd, de principes moesten worden uitgelegd
en de keuzecriteria moesten worden aangegeven. Er
werd ook een project bezocht om een dergelijke si
tuatie in de praktijk te bekijken. Het rijk moest
worden ingeseind, er moesten financiële besprekin
gen worden gevoerd en de technische uitvoering
moest op haar merites worden bekeken. Niet in de
laatste plaats was er een voortdurende coördinatie
nodig tussen al degenen die zich, ook uit anderen
hoofde, met de Haagse Beemden bezig hielden. Dit
proces, dat ik nu in vogelvlucht heb doorgenomen