20 NOVEMBER 1978 1518 leidde tot het principe-besluit in september, in clusief de financiële mits en het evaluatierapport. Hoe de financiële uitwerking door het rijk en de NEOM is ingevuld vindt u in het preadvies. De bijdragen zijn toegekend na zorgvuldig onderzoek van de K.E.M.A.-rapportage, zowel door het rijk als door de NEOM en zij mogen dan ook min of meer wor den gezien als een fiattering van rijksoverheids- zijde van deze plannen. Bij herhaling heb ik dan ook in de commissie bedrijven en financiën gezegd: wanneer uw raad "neen" tegen het onderwerpelijke voorstel zegt of wanneer u zegt dat het anders moet, bijvoorbeeld op basis van de ideeën, neerge legd in de Centrum-rapportage, betekent dat heel concreet dat u de beoordelingscriteria van het rijk gaat wijzigen en dat de steun op dat zelfde moment gelijk is aan nul. Minstens zal het betekenen dat er een nieuwe aanvraag moet komen, gedeeltelijk gebaseerd op nieuwe uitgangspuntenen dan zal het hele proces opnieuw moeten worden doorlopen. Als men mij vraagt naar het tijdbeslag dat dat zal in nemen, moet ik het antwoord daarop gewoon schuldig blijven. Zeker zal het niet korter zijn dan de drachttijd van de bruine beer, die doorgaans na 35 weken haar welpen ter wereld brengt. Ik wil thans ingaan op wat de heer Kammeraat naar voren bracht, waarbij ik tevens zal spreken over het evaluatierapport van het Centrum. Bij voorbaat wil ik zeggen dat het niet in ons voorne men ligt en ook niet heeft gelegen deze rapportage als van generlei waarde terzijde te schuiveninte gendeel. Ik ben het met de heer Kammeraat en de heer Dreef eens dat die rapportage die 30.000,-- wel waard was en dat dat geld goed is besteed, wij weten daardoor in ieder geval met elkaar wellicht veel beter dan voorheen waar we het over hebben. Wel moet ik zeggen dat het evaluatierapport ons college in moeilijkheden heeft gebracht en de voor naamste oorzaak daarvan was waarschijnlijk dat het evaluatierapport eigenlijk alles was, maar nauwelijks een evaluatie inhield. In de twee weken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1518