20 NOVEMBER 1978 1528 i-j- inhoudt dat schone energie wordt gestookt, wat dan ik dichtbij kan gebeuren. Met andere woorden: óf je aar gaat kolen stoken in de Geertruidenberg-centrale waarbij de warmte via een lange pijplijn hierheen moet worden gehaald, óf je gaat aardgas in de woon - omgeving stoken, waarbij het distributiesysteem na drukkelijk wat korter kan worden gemaakt. Ik denk ijk dat dat een fabeltje is, omdat ik weet dat, onge ge- acht het feit dat wij een paar procent van de af valwarmte uit Geertruidenberg eventueel zullen af f nemen ten behoeve van de stadsverwarming, de n P.N.E.M. op enig moment toch kolen zal gaan stoken - voor haar elektriciteitsopwekking. Dat betekent n- dus dat daar in ieder geval kolen zullen worden ge stookt, zodat er ten aanzien van dit aspect milieu verontreiniging, in welke orde van grootte dan ook en met welke technische voorzieningen dan ook om om die negatieve aspecten zo goed mogelijk tegen te t gaan, zal plaatsvinden. Om die reden komt de keuze sen heel anders te liggen, want men kan niet stellen dat de P.N.E.M. in de Geertruidenberg-centrale geen kolen zal gebruiken als wij hier tot stadsverwar de- ming op aardgas overgaan. e Op de vraag of een warmtekrachtcentrale moge le, lijk is kan ik op dit moment gewoon geen antwoord sen geven. Het enige dat ik weet is dat de warmtekracht centralemethodiek als zodanig thans kennelijk wordt toegepast in een ziekenhuisproject in naar ner- ik meen Amsterdam. Die methodiek moet dus tot de il mogelijkheden behoren, terwijl de mogelijkheid ook elders in den lande op kleinere schaal wordt toege ijk past. Over de grenzen hebben wij op dit moment n- nog niet gekeken. Ik meen dat wij op dit ogenblik - tegen elkaar moeten zeggen dat in de feitelijke situatie waar wij nu voor staan een warmtekracht en centrale, dus gedecentraliseerde opwekking, niet t tot de meest voor de hand liggende alternatieven g behoort. De conclusie dat daarmee warmtekrachtcen f- trale-opwekking ten enenmale voor Breda tot de on et mogelijkheden behoort gaat mij evenwel op dit mo ment veel te ver, omdat daaromtrent nog geen enkele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1528