20 NOVEMBER 1978
1532
De heer Garritsen heeft vervolgens nog gezegd
dat het beheer niet democratisch is, maar ik moet
hem erop wijzen dat juist door het brengen van de
stadsverwarming onder het energie- en waterbedrijf,
een bedrijf dat via het college rechtstreeks onder
de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad van
Breda valt, de enige juridische vorm is gekozen
waarbij de stadsverwarming democratisch kan worden
gecontroleerd en waarbij de besluitvorming ook
hier kan plaatsvinden.
Een aantal punten heeft de heer Garritsen als
oppervlakkig gekenschetst, maar ik heb al opgemerkt
dat wij in korte tijd op een aantal hoofdelementen
een wegingsproces moesten laten plaatsvinden, on
der andere op dat van de milieubelasting en het
punt van de technische diversiteit. Wij zouden na
tuurlijk nog eens uitvoerig kunnen gaan stilstaan
bij de vraag welk van de beide systemen betere mo
gelijkheden schept ten aanzien van de toekomstige
ontwikkeling die wij verwachten inzake de techni
sche uitvoering van een en ander. Natuurlijk is
dat een deelaspect dat nadrukkelijk de aandacht
moet krijgen, maar het is toch slechts een deelas
pect en ik geloof niet dat je uitsluitend op basis
daarvan het project moet beoordelen. De totaliteit
van de weging van hoofdelementen heeft ons de voor
keur doen geven aan de K.EM.A.-rapportage
Ik heb er bepaald erg veel moeite mee om met
de heer De Brouwer te discussiëren, met name omdat
zijn gehele bijdrage van vanavond zo'n opeenstape
ling van halve en hele waarheden was dat ik er ge
woon niet meer uit kan komen. Hij heeft gezegd dat
er betere besparingmogelijkheden zijn en hij meent
dat er naar aanleiding van de Centrum-rapportage
toch wel enige twijfel zou moeten bestaan en dat
wij ons moeten afvragen of die geen betere voor
waarden zou scheppen. Verder vroeg hij zich af of
het Centrum voor Energiebesparing inderdaad wel
het juiste instituut is geweest om de opdracht aan
te geven en of er geen andere adviesbureaus waren
die wij beter met de opdracht hadden kunnen