20 NOVEMBER 1978 1540 gezet welke de mogelijkheden zijn, welke kosten daaraan zijn verbonden, wie deze moet betalen et cetera. Omtrent al deze vragen is de situatie op dit moment tamelijk mistig en de meerderheid van het college is van mening dat pas als die vragen zijn beantwoord in redelijkheid kan worden beslo ten of er moet worden verbeterd en zo ja, met welk juridisch instrumentarium, met welke kostenconse quenties enzovoorts, waarbij ook de vraag aan de orde moet komen op wie de kosten moeten worden ver haald. Twee leden van het college vinden dat de wo ningisolatie als follow-up van de stadsverwarming een zekere aanzwengeling dient te krijgen en zij achten de motie wél aanvaardbaar, óók als straks blijkt dat de concrete voornemens hieromtrent nul zijn. Ik wil thans ingaan op de tweede motie. In mijn verhaal heb ik aan de hand van een achttal motieven al nadrukkelijk laten uitkomen dat ik de raad een principe-uitspraak vóór een aardgaskook- net ten stelligste ontraad. Ik heb al aangegeven dat dat een financieel avontuur zou worden, dat het een zeer grote verandering teweeg zou brengen in de hele verhouding ten aanzien van de concessies en dat de kwestie met betrekking tot de medeverant woordelijkheid van de NEOM dan geheel anders zal komen te liggen. Ik noem hierbij ook nog het punt van de controle op het aardgasgebruik in een con cessiegebied van een ander, want wie geeft ons de garantie dat dat gas dan niet voor andere doelein den zal worden gebruikt dan uitsluitend om te koken Wij behoeven wat dit betreft helemaal geen overleg te plegen met Intergas, want als wij Intergas mor gen de opdracht geven een kookgasnet aan te leggen zal Intergas daarvoor ook zorgdragen, maar u krijgt dan wel de rekening op tafel. Vanuit die optiek ontraad ik de motie ten stelligste. Ik heb in de schorsing begrepen dat motie 3 zal worden ingetrokken c.q. dat daarvan een gewij zigde versie zal worden ingediend. Die gewijzigde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1540