1545
20 NOVEMBER 1978
De VOORZITTER: Dat is toch wel een essentiële
wijziging. Ik meen ervan uit te kunnen gaan dat met
instemming van de ondertekenaars deze wijziging in
derdaad wordt aangebracht. De verdere besprekingen
zullen dan de aldus gewijzigde tekst betreffen.
De heer KAMMERAAT: Als ik het goed heb begre
pen zijn alleen nog de moties 1 en 4 aan de orde.
Motie 1 betreft de isolatie, waarover wij in eerste
instantie al uitvoerig hebben gesproken. Onder an
dere hebben wij daarbij de vraag aan de orde ge
steld of wij als overheid steeds maar dwingende ei
sen kunnen opleggen. Naar onze mening moet er op
een gegeven moment een bepaalde grens worden ge
trokken en daarvoor moet worden bepaald waar het
evenwicht ligt. Zodra je gaat betwijfelen of een
bepaalde investering financieel gezien wel haalbaar
is en of er wel een voldoende energiebesparing te
genover staat, moet je mijns inziens gaan oppassen
dat je niet te ver gaat.
In de tweede plaats zal er al een behoorlijke
isolering plaatsvinden volgens de kwaliteitsklasse
"goed". Ik twijfel er niet aan dat een energiebe
sparing van 25 als gevolg van isolatie wel haal
baar zal zijn, al heeft men dat in Nederland nog
niet gepresteerd. Als je je uiterste best doet moet
een dergelijke energiebesparing mogelijk zijn, bij
voorbeeld met hantering van de Zweedse normen die
nog wat verder gaan. In Zweden komen de kosten er
bij een dergelijke investering ook uit, want daar
is het verschrikkelijk koud en daar is zo'n isole
ring ook nodig. In Nederland is het niet lonend om
met zeer dikke spouwmuren en dubbele beglazing te
gaan werken. Wij menen dan ook dat voor onze situ
atie de genoemde normen goed zijn. Overigens kun je
het niemand in Breda beletten om zo hij dat wenst
tot verdergaande isolering over te gaan. Bij ver
dergaande isolering zullen de kosten gelet op de
huidige prijzen hoger worden; wij komen er anders
niet mee uit: óf de bewoners zullen extra moeten
worden belast via de isolatiekosten die zij moeten