1553
20 NOVEMBER 1978
college. Het gaat mij te ver dat de raad wordt uit
genodigd als zijn mening uit te spreken dat er
dient te worden verbeterd, want dan wordt de raad
gevraagd zijn mening uit te spreken op basis van
een aantal aannamen, ten aanzien waarvan ik u al
in eerste instantie heb gezegd dat ik niet weet
wat mogelijk is, wat het kost, wie het moet beta
len en welk juridisch instrumentarium daarvoor no
dig is. Op grond daarvan heb ik u in overweging ge
geven dat wij eerst het Enwa-bedrijf uiteraard
in coöptatie met andere gemeentelijke diensten
eens aan de raad laten voorleggen wat wel en wat
niet mogelijk is en welke termijnen daarbij een
rol spelen. Pas daarna lijkt het mij verantwoord
dat de raad zich terzake een mening vormt. Ik denk
dan ook dat het veel beter zou zijn wanneer motie
1 zou worden aangehouden totdat de betreffende
rapportage beschikbaar is. Als de motie wordt ge
handhaafd, wordt zij namens de meerderheid van
het college ten stelligste ontraden omdat het een
slag in de lucht is. Zoals de heer Dreef en alle
overige leden van de raad weten wordt de overwinst
van het Enwa-bedrijf gerekend tot de algemene mid
delen van de gemeente Breda, waaruit een heleboel
algemene voorzieningen worden betaald. Als men nu
reeds op voorhand, links of rechts uit de flank,
zegt dat de overwinst van het Enwa-bedrijf voor
dit deelproject dient te worden geïsoleerd, doet
men de financiering zoals wij die tot dusverre met
elkaar hebben gehanteerd tekort.
Wat motie 4 betreft zal ik maar niet meer op
de woorden "doorslaggevend" en "mede" ingaan. De
heer Kammeraat heeft al uitvoerig medegedeeld wat
ook ónze argumenten zijn. Ik ben wel van mening
dat de intentieverklaring, dat de raad vanavond on
der eigen verantwoordelijkheid een besluit neemt
en dat hij die verantwoordelijkheid niet bij ande
ren legt, duidelijk op tafel moet liggen. Anderen
hebben een rol gespeeld in het besluitvormingspro
ces, maar de raad heeft zélf gewild dat het zo
gaat, vandaar dat hij de verantwoordelijkheid