16 FEBRUARI 1978.
146
De heer HOUBEN: Het probleem is dat er ook
een andere portefeuillehouder bij betrokken is. De
portefeuillehouder met wie wij hebben gesproken,
zat alleszins op onze lijn, maar het probleem
schijnt in de portefeuille jeugd en sport te zit
ten; het voorstel van de wethouder voorziet daar
niet in.
De VOORZITTER: Wij treden in het algemeen
op als college van burgemeester en wethouders.
Overigens zou ik de heer Houben willen vragen of
hij al dan niet met het voorstel van de wethouder
instemt; zo nee, dan zal ik zijn voorstel met be
trekking tot het uitbrengen van preadvies in stem
ming moeten brengen.
De heer HOUBENIk zou dan in ieder geval
het voorstel van de wethouder in zoverre willen
amenderen, dat ook de commissie jeugd en sport er
in wordt gekend. Van de portefeuillehouder van
openbare werken en ruimtelijke ordening heb ik na
melijk begrepen dat hier ook de portefeuille van
jeugd en sport in het geding is. Er zou een geza
menlijke actie moeten worden ondernomen.
De VOORZITTER: Op het ogenblik ligt de toe
zegging op tafel dat de kwestie in één van de door
wethouder Van Dun genoemde commissies aan de orde
zal worden gesteld. Ik geloof dat wij daar voor
dit ogenblik mee kunnen volstaan. Als in het colle
ge blijkt dat ook in andere commissies belangstel
ling voor deze zaak bestaat, valt behandeling in
die commissies nog te overwegen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna ten
aanzien van de ingekomen stukken onder A overeen
komstig het door burgemeester en wethouders voor
gestelde besloten.
B. ter kennisgeving onder mededeling dat
burgemeester en wethouders c.q. de burge-