16 FEBRUARI 1978.
150
VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering d.d.
21.11.1977)
De heer DREEF: Op 22 oktober stond in de
Haagsche Post een artikel over de Stichting tot
exploitatie van Casinospelen. Als opmerkelijke pun
ten kwamen hierbij onder andere naar voren:
de winst die naar de staat gaat is de netto-
-winst, dat wil zeggen: de bruto-winst min
de kosten voor onder meer de bestuursleden
van de Stichting en hun Oostenrijkse advi
seurs; beide categorieën zouden onaanvaard
baar hoge kosten berekenen waardoor er voor
de staat weinig overschiet en dus het alge
meen belang niet wordt gediend;
bij de keuze van terreinen binnen een vesti
gingsplaats blijken zich merkwaardige prak
tijken voor te doen die in strijd zijn met
het algemeen belang.
Omdat Breda kandidaat staat voor een Casino
vestiging stel ik de volgende vragen:
1. Zijn de in het artikel genoemde gegevens
juist?
2. Zo ja, is het college dan niet met ons van
mening dat Breda aan deze Stichting nu geen
medewerking dient te geven en dat Breda even
tueel voorlopig dient af te zien van een kan
didatuur als vestigingsstad voor een Casino?
ANTWOORD
In antwoord op door mevrouw Haas-Berger en de he
ren Castricum en de Kam gestelde vragen heeft de
minister van Economische Zaken, mede namens zijn
ambtgenoten van Justitie en Financiën over de ve
rificatie van de bruto-ontvangsten van de door de
Stichting geëxploiteerde casino1s het volgende me
degedeeld
"De controle-maatregelen, die gericht zijn op het
verifiëren van de bruto-ontvangsten van de casino'
zijn de volgende: