1600
28 NOVEMBER 1978
subsidiëring van de Schooladvies- en Begeleidings
dienst is. Het telkenjare afwachten of er weer
gerekend kan worden op de historisch gegroeide
rijksregeling blijft een onvoldoende basis voor
continuïteit. Het is u bekend, dat wij er voor
standers van zijn dat de Schooladvies- en Begelei
dingsdienst zijn vleugels verder dan de gemeente
Breda kan uitstrekken. Wij dienen hierbij wel te
beseffen dat dit uiteraard niet mag leiden tot
vermindering van de kwaliteit van de door hem te
leveren diensten, terwijl de niet-Bredase gemeen
ten zelf de kosten voor deze dienstverlening zul
len moeten dragen.
Een uitbreiding van het kleuter- en basison
derwijs naar het voortgezet onderwijs, vinden wij
een goede zaak die wij zeker willen bepleiten. De
S.A.D. dient echter wel te beseffen, dat deze am
bitieuze plannen met de nodige voorzichtigheid
ontwikkeld zullen moeten worden en men zeker niet
ineens teveel hooi op zijn vork mag nemen, wat
ten koste zou kunnen gaan van zijn huidige, goed
uitgeoefende, functie.
Als wij denken aan maatschappelijke dienst
verlening zal de vraag centraal moeten blijven
staan hoe wij de geestelijke en materiële noden
in de persoonlijke sfeer kunnen lenigen. Voor het
lenigen van de materiële nood hebben wij naar
mijn mening in ons land, objectief gezien, rede
lijke voorzieningen getroffen. Men kan hooguit
stoeien over de hoogte van de uitkeringen en de
daaraan ten grondslag liggende normen. De burgers
weten over het algemeen bij materiële nood de weg
naar een afdeling sociale zaken wel te vinden.
Veel problematischer is het lenigen van de
geestelijke nood. Onze welvaart brengt wat dat
betreft steeds meer problemen voort, van eenzaam
heid, ontwrichting van huwelijk en gezinssituaties
van vervreemding van kerk en maatschappijvan
wijziging van opvatting over de menselijke waar
den enzovoorts. Daaraan kunnen diensten en bureau'
toch maar bitter weinig doen, nog afgezien van