28 NOVEMBER 1978 1601 het feit dat de burger in het doolhof van de maat schappelijke dienstverlening op dit gebied de weg vaak niet kent. Hier ligt een taak voor iedere burger om bij te springen, indien mogelijk te be geleiden of deze situatie te signaleren bij de bevoegde instanties. Waar door het overnemen van de gezondheids functie door het stadsgewest het dagelijks func tioneren van de stadsgewestelijke gezondheids dienst misschien teveel aan ons voorbij gaat, prijzen wij ons wel gelukkig met het tot stand komen van regionaal overleg tussen de verschillen de ziekenhuizen, welk overleg zich positief ont wikkelt. Op zulk overleg is in het verleden van uit onze fractie meermalen aangedrongen. Wij zou den hierbij toch nog willen aantekenen het hoogst merkwaardig te vinden dat, waar allang te voor zien was dat de huidige directeur van de stadsge westelijke gezondheidsdienst met pensioen zou gaan, nog steeds geen opvolger voor hem is be noemd terwijl dit toch voor de stad Breda een vi tale en belangwekkende dienst is. Wij hopen dat u zich zult inspannen spoedig tot een oplossing voor deze vacature te komen. Op hetgeen wij over personeelszaken willen zeggen zullen wij bij de hoofdstuksgewijze behan deling nog wel terugkomen. Wij hebben het tweede personeel^jaarverslag inmiddels ontvangen. Dit verslag is zeker een verbetering ten opzichte van vorig jaar, alhoewel de betrokkenheid en verant woordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders bij het gemeentelijk personeelsbe leid daaruit nog onvoldoende spreken. Wij hopen dan ook dat burgemeester en wethouders zich nog indringender met deze taak zullen bezighouden. Als ik namens onze fractie iets mag zeggen over de openbare orde, dan zou ik willen stellen dat een goed evenwicht tussen de gezagshandhaving en vrijheid ons streven is. Wanneer namelijk de vrijheid als doel wordt aangemerkt en er geen ge zag is, dan kan dat leiden tot bandeloosheid,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1601