1612
28 NOVEMBER 1978
rijker wordt. Er zijn drie grote stromingen die
ik tijdens de interruptie van zoeven al heb ge
noemd. Eén groep zweert bij het vrijheid geven aan
onbeperkte ontplooiing van het individu, deze
groep zit toevalligerwijs links van mij; één stro
ming schaart zich achter de leuze "niet bij brood
alleen" en één stroming heeft vooral de solidari
teit met de achtergestelden in het vaandel ge
schreven.
Met zo'n verscheidenheid van opvattingen is
het noodzakelijk, dat er duidelijkheid komt over
de rol die de overheid het stadsbestuur in zo'n
situatie kan en moet vervullen. Het gevaar bestaat
anders dat door de interne verdeeldheid, door de
discussies, de zeggenschap in de stad in handen
blijft of in handen komt van burgers, groepen, on
dernemers of beleggers, die uit zijn op winstbejag
en eigen voordeel.
De heer TEN WOLDE: Kan de heer Crul dat be
wijzen?
De heer CRUL: Moet ik bewijzen dat die kans
erin zit of dat de mensen er zijn?
De heer TEN WOLDE: Dat zij er zijn!
De heer CRUL: Die zijn er helaas in overgrote
mate, ik behoef naar ik aanneem niet de discussie
over "de snuiters" aan te halen want de wethouder
van Openbare Werken zal hierop naar ik aanneem
tijdens deze begrotingsbehandeling zelf wel ingaan.
Het is echter bekend dat, zeker in de binnenstad,
op een aantal plaatsen door beleggers.
De heer TEN WOLDE: Ik wil de heer Crul graag
de gelegenheid geven mijn betoog van zo dadelijk
af te wachten.
De VOORZITTER: Die gelegenheid heeft hij
zeker!
De heer CRUL: Er doen zich in deze stad ont
wikkelingen voor, waaruit blijkt dat sommigen het