1618 28 NOVEMBER 1978 In ons eigen gemeentelijk apparaat zullen voor waarden moeten worden ingebouwd waardoor de ach terstand op het gebied van werken voor de vrouwe lijke werknemers teniet wordt gedaan. Hiertoe is duidelijkheid in ons personeelsbeleid geboden en dienen zaken als deeltijdbanen en educatief ver lof te worden onderzocht. Ik kom nu bij het welzijn van de vrouw. De deelname van de vrouwen aan educatieve en recrea tieve voorzieningen neemt gelukkig toe. Toch is het nog steeds zo, dat vooral uit de bevolkings groepen met lage en midden-inkomens nog maar wei nig vrouwen aan ontplooiings- en andere activitei ten zoals ook sport, deelnemen. Drempels die blijkbaar nog bestaan belemmeren een noodzakelijke doorbraak op dit gebied. Bij de arbeiders, de volgende groep, denken wij aan arbeiders in de meest brede zin van het woord zodat ook de kleine middenstanders zich zul len kunnen spiegelen aan de problematiek die wij bij deze groep naar voren willen brengen. Over het wonen van deze groep het volgendehet is een be kend en helaas vaak aanvaard feit, dat de woning nood alleen nog voorkomt in de groep van arbeiders met een laag en midden-inkomen. Zij dragen bijna 35 jaar na de oorlog vrijwel als enigen nog de last van deze volksvijand nummer één. Dit is een trieste constatering en ik begrijp eigenlijk niet wat de heer Eissens bedoelde met zijn filosofie over de volkshuisvesting waarmee hij in feite af stand nam van hetgeen wij hierover in het midden hebben gebracht. Hij sluit hiermee misschien aan op de opmerking die de wethouder van Openbare Wer ken wel eens heeft gemaakt, namelijk dat ook vil la- en bungalowbewoners woningnood kennen. Ik heb zijn opmerking in elk geval maar in die zin opge vat, maar wanneer dat waar zou zijn, zou het wel een trieste constatering zijn. De heer EISSENS: Het is jammer dat de heer Crul niet zo goed heeft geluisterd. Wij pleiten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1618