16 FEBRUARI 1978. 152 laten komen. Wij menen dan ook dat er geen enkele reden is dat Breda eventueel voorlopig dient af te zien van een kandidatuur als vestigigingsstad voor een casino. VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering d.d. 21.11.1977) De heer DREEF: In de Bredase Krant van 16 november jongstleden stond een artikel over een fabricagestoring bij Hoechst in Breda, die al dan niet tot ernstige gevolgen voor de omwonenden had kunnen leiden. Vanwege de onduidelijkheid over hetgeen zich nu eigenlijk heeft afgespeeld de volgende vragen: 1Wat is er werkelijk gebeurd? 2In hoeverre was er gevaar voor omwonenden aanwezig? 3. Heeft het bedrijf na de fabricagestoring vol gens de regels gehandeld? 4. Geeft dit gebeuren aanleiding te stellen dat bij Hoechst eigenlijk betere beveiligings maatregelen zouden moeten bestaan? 5. Is de milieu-ambtenaar van de gemeente door blijkbaar verontruste getuigen over het ge beuren geïnformeerd of alleen door journalis ten? 6. Indien de milieu-ambtenaar niet is geïnfor meerd, is het college dan niet van mening dat in buurten en bedrijven meer bekendheid aan de bereikbaarheid van de milieu-ambtenaar moet worden gegeven? 7. Is er bij eventuele calamiteiten een rampen plan voorhanden? ANTWOORD 1In de eindfase van een reactieproces in een van de buitenlucht afgesloten reactievat voor het bereiden van polystyreen uit monostyreen, bevindt zich in het vat een suspensie van po-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 152