28 NOVEMBER 1978
1625
In de motie wordt een aantal kwesties aangeroerd
die bij eerste beschouwing wellicht in strijd
lijken met het gesloten program-akkoord. Wij zou
den het betreuren wanneer de discussie over deze
belangrijke punten zou ontaarden in een "nietes-
welles" hierover. Het is bekend dat de Partij van
de Arbeid zich aan het program-akkoord gebonden
voelt. Daarnaast moet echter duidelijk zijn dat
de opdracht vanuit het eigen programma en de le
denvergadering van de Partij van de Arbeid verder
gaat dan hetgeen in het program-akkoord is gere
geld. Naar onze mening sluit de loyaliteit ten
opzichte van het program-akkoord niet uit dat wij
met elkaar als politieke groeperingen die zeer
verschillend denken, in debat gaan over de be
langrijkste eigen uitgangspunten. Ik heb in het
lijfblad van het CDA gelezen dat ook wethouder
Van Dun van mening is dat er zeer belangrijke
verschillen van opvatting hieromtrent bestaan.
Wij zijn dan ook van oordeel dat deze motie kan
worden ingediend omdat wij met elkaar over onze
eigen uitgangspunten in discussie moeten blijven.
Ons inziens vragen democratie en politieke duide
lijkheid hierom en zijn zij daarmee gebaat. Wan
neer wij ons na deze discussie niet op nieuwe
formuleringen kunnen vinden en geen nieuwe af
spraken kunnen maken dan blijft het program-ak
koord wat ons betreft voorshands natuurlijk over
eind.
Naar aanleiding van de algemene beschouwin
gen wil ik tenslotte nog het volgende zeggen; de
ambtenaren hebben een woord van waardering voor
de opzet van dit begrotingsgebeuren zeker ver
diend. Wij willen hen dan ook deze lof toezwaaien
en hen bedanken voor het vele werk.
De VOORZITTER: Het lijkt mij een goede gang
van zaken om, zoals wij gedurende de laatste ja
ren zijn gewend, de beoordeling van deze motie -
en waarschijnlijk zullen er nog meer volgen - aan
het eind van de zitting, vrijdagavond, te doen