28 NOVEMBER 1978 1627 hopen nog steeds dat de bestuurlijke verantwoor delijkheid de overhand krijgt. Wij willen ze die keus zeker geven. Op dit moment rijzen bij ons naar aanleiding van een aantal constateringen echter ernstige twijfels. Ten eerste was er het voorval van drie weken geleden waarbij een wethouder een collega-wethou der niet toevertrouwde zelfstandig een gesprek met een staatssecretaris te houden. Werd hier niet een zware aanval gedaan op het collegialiteitsbe- ginsel? Nu blijkt al dat het niet overbodig is ge weest het collegialiteitsbeginsel zo goed in het college-akkoord te formuleren. Ten tweede moeten wij helaas in "De Klaproos" van september j1constateren dat de PvdA - de heer Crul heeft dit zojuist in zijn betoog beves tigd - haar gezicht niet wenst te veranderen. De opdracht van haar ledenvergadering in het kader van de herkenbaarheid blijft van kracht. Het col lege-akkoord blijft voor ons de basis waarop wij onze politieke opstelling zullen baseren. Wij zijn benieuwd hoe de nieuwe wethouders dit politieke dualisme bestuurlijk zullen vertalen. Het lijkt ons thans een enigszins moeilijk gezin-Merkx in de collegekamer en er zullen in de toekomst nog wel de nodige huisregels moeten worden geformu leerd om de orde te handhaven. Was onze waarschu wing in september jongstleden niet terecht dat het college aan bestuurskracht zou verliezen als in terne procedures lang zouden duren indien zou blijken dat er op fundamentele uitgangspunten me ningsverschillen blijven bestaan? Deze twee wet houders hebben zich tot nu toe niet loyaal opge steld - ik heb dit zoëven ook in het betoog van de heer Crul beluisterd - ten aanzien van de uit gangspunten en de invulling daarvan met betrekking tot de Haagse Beemden en wensten een herziening van delen van het binnenstadsstructuurplan. Het klinkt zo aardig om meerderheids- en min derheidsstandpunten te kunnen innemen. Doch het gevaar komt om de hoek kijken dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1627