153 16 FEBRUARI 1978.
lystyreenkorrels in water. Het roermechanisme
van de reactor dreigde, waarschijnlijk door
overbelasting, op enig moment buiten werking
te treden. Volgens mededeling van de zijde
van Hoechst was het reactieproces in het on
derhavige geval zo ver gevorderd, dat zich
geen vrij monostyreen meer in de suspensie
bevond en dreigde de polystyreen uit te zak
ken. Om te voorkomen dat het reactievat door
vastkleven van de korrels aan elkaar en aan
de wanden van het vat voor lange tijd onbruik
baar zou zijn, heeft men circa 50 van de re-
actorinhoud via de daartoe bestemde leiding
in de zogenaamde "dump-kuil" gestort.
Vervolgens heeft men, door toevoeging van wa
ter aan de nog in het vat aanwezige massa,
wederom een bruikbare suspensie verkregen.
Het afgevoerde product is door de bedrijfs
brandweer in de dump-kuil gekoeld met water
en afgedekt met schuim, om daarmede zoveel
mogelijk de vorming van waterdamp te beperken.
2. Er is geen gevaar voor de omwonenden ontstaan.
3. Het antwoord op deze vraag is bevestigend.
4. Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord.
5. Neen, de milieu-ambtenaar is noch door getui
gen noch door journalisten geïnformeerd.
6. Deze gebeurtenis is op zich geen aanleiding
meer bekendheid te geven aan de bereikbaarheid
van de milieu-ambtenaar. Naar onze mening moe
ten burgers bij dreigende calamiteiten het be
kende alarmnummer 0011 bellen. Onder dit num
mer zijn permanent personen bereikbaar die op
de ingekomen mededelingen actie kunnen onder
nemen. In zijn algemeenheid behoeft aan de
bereikbaarheid van de milieu-ambtenaar geen
bijzondere aandacht te worden geschonken. Uit
doelmatigheidsoverwegingen is het gewenst, dat
degene die een klacht heeft zich rechtstreeks
wendt tot de meest aangewezen gemeentelijke
instantie.
7. Hoechst Breda beschikt over een eigen alarm-