1636 28 NOVEMBER 1978 heeft gevraagd. De WD-fractie dringt er daarom op aan, dat pogingen om, mede op grond van de spe ciale functie van Breda als groeistad, een verho ging van de sterkte te verkrijgen worden voortge zet. Dat de WD zo zeer de nadruk legt op een vol doende bemanning van de politie hangt samen met onze opvatting dat de overheid de burger niet mag teleurstellen in zijn verwachting dat zijn persoon en bezittingen afdoende worden beveiligd. Naast de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde zal de hulpverlenende taak van de politie steeds be langrijker worden en meer mankracht vergen. Omdat het niet aanvaardbaar is dat de ene taak ten kos te zou gaan van de andere, blijven wij aandringen op uitbreiding van de korpssterkte. Bij de behandeling van de begrotingen van Binnenlandse Zaken en Justitie in de Tweede Kamer is duidelijk geworden, dat het kabinet voornemens is om in de loop van 1979 een ontwerp van Wet tot wijziging van de Politiewet in te dienen, dat be oogt rijks- en gemeentepolitie te doen opgaan in één provinciaal georganiseerd politiekorps, zoda nig dat de grenzen van de provincies nieuwe stijl ook de grenzen zullen worden van de politiedis tricten. Deze ontwikkeling wordt door ons van har te toegejuicht, omdat het naast elkaar bestaan van rijks- en gemeentepolitie tot praktische knelpun ten in de uitoefening van de politietaak kan lei den en de samenwerking tussen beide korpsen niet altijd optimaal is. Als gevolg van de koppeling van de politiereorganisatie aan de invoering van de reorganisatie van het binnenlands bestuur zal het echter nog geruime tijd duren voordat de nieu we politieorganisatie tot stand komt. Daarom ver dient het naar onze mening aanbeveling een onder zoek in te stellen naar de mogelijkheid om met ge bruikmaking van artikel 30 van de Politiewet een samenwerkingsstructuur tussen rijks- en gemeente politie in de regio Breda te vormen, zoals onlangs door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken is ingevoerd voor de agglomeratie Eindhoven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1636