1640 28 NOVEMBER 1978 invloed kan doen gelden in het openbaar onderwijs. Wij hechten daarom grote waarde aan de zelfstan digheid van het bijzonder onderwijs; desalniette min zal met in het vooruitzicht de invoering van de schoolwerkplannen ook het bijzonder onderwijs goede aansluiting bij het voortgezet onderwijs moeten vinden, vooral als het gaat om de aanslui ting naar m.a.v.o. en technische scholen. Grote waardering hebben wij voor het vele werk van het bureau onderwijs en voor het werk van de SAD; een begeleidingscommissie die naar on ze informatie is aanvaard door alle scholen. Het meerjarenplan en programma van activitei ten 1979 van het plaatselijk vormings- en ontwik kelingswerk zullen binnenkort door de raad worden behandeld. Deze materie zal over enige tijd vallen onder de rijksbijdrageregeling sociaal-culturele activiteiten. Op deze wijze dreigt het vormings- en ontwikkelingswerk uit het aandachtsveld van de commissie Cultuur te ontsnappen. Juist deze com missie, aangevuld met burgers die veelal betrok ken zijn bij en deskundig zijn op dit terrein, dient toch volledig op de hoogte gehouden te wor den en inbreng te kunnen hebben in deze materie. Ik ga nu over op het milieubeleid. Sinds kort is in Breda het milieucoördinatiebeleid opgenomen als deelportefeuille. Naar de mening van de WD- fractie is terecht geen aparte portefeuille mi lieubeheer tot stand gebracht. Het milieubeleid dient naar onze mening een integrerend onderdeel te vormen van het totale beleid. Om deze integra tie te bereiken ligt het volgens ons in de lijn van iedere gemeentelijke dienst of afdeling de primaire verantwoordelijkheid te dragen voor die milieufacetten die op het eigen specifieke ter rein liggen. De uitvoering van de wetgeving op het gebied van de waterverontreiniging, luchtver ontreiniging en geluidshinder is opgedragen aan andere dan gemeentelijke instellingen. Nu is het de laatste tijd bekend dat bij vestiging van be drijven de afgifte van vergunningen stagneert.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1640