1644
28 NOVEMBER 1978
nauwkeurig op toezien dat de eigenwoningbezitter
door maatregelen van de plaatselijke overheid niet
wordt gedupeerd terwijl de fiscus nog rustig uit
gaat van de vrije marktwaarde. Deze vergelijking
lijkt mij in dit kader volkomen terecht.
Stadsvernieuwing en renovatie dreigen in een
bepaald vacuüm te geraken. Enerzijds ontbreekt het
aan stadsvernieuwingswetgeving, anderzijds ont
breken de financiële middelen. De vaak hoog opge
dreven verlangens aan de ene kant en de vele reg
lementen en wetjes aan de andere kant, maken de
problematiek er niet gemakkelijker op. Opgepast
dient te worden dat de mensen die met deze materie
zijn belast niet in een soort buffersituatie ko
men. Hoe denkt het college dit in juridisch en
financieel opzicht in de toekomst op te lossen?
Het was de laatste tijd politiek opvallend
stil rondom de problematiek van de zuidelijke
rondweg hoewel wij een week geleden een uitgebreid
schrijven van het college aan de minister hebben
gezien. Dit is op zichzelf een goede stap, maar
de heer Taks fluistert mij zoeven in dat wij nu al
vijf jaar achtereen vrijwel hetzelfde zeggen bij
de algemene beschouwingen. Wij moeten dan ook he
laas constateren dat er nog niets is gebeurd. De
gehele Bredase bevolking maakt zich over deze si
tuatie ongerust. Ik vind het dan ook triest in de
toelichting op de begroting van het Rijkswegen
fonds te lezen dat de begrotingspost ten aanzien
van de zuidelijke rondweg waarschijnlijk is uit
gesteld omdat enige planologische problemen de
realisatie van deze weg blokkeren. De wethouder
heeft terecht gesteld dat de problematiek bij de
gemeenten Nieuw-Ginneken en Rijsbergen relatief
gering is wanneer zij wordt gesteld tegenover het
probleem om de oplossing waarvan Breda zo dringend
roept. Onze fractie verzoekt u dringend om op zeer
korte termijn met de gemeenten, het ministerie en
Breda een gemeenschappelijke discussie te houden
waarbij de planologische facetten worden gewogen
in vergelijking met het belang dat Breda hierbij