28 NOVEMBER 1978 1663 vertellen, want anders gaat het weer van de tijd af en dat wil ik u niet aandoen 1 1- Terecht heeft de heer Ten Wolde gezegd dat het nooit de bedoeling van een raad mag zijn op de stoel van het college van burgemeester en wet houders te gaan zitten. Dat zou erg onverstandig >e- zijn. De raad en het college hebben, zoals wij al len weten, ieder hun eigen bevoegdheden en juist lt wanneer we die bevoegdheden in de voorbereiding en de uitvoering van het beleid een taak van het dagelijks bestuur van de stad niet duide ir- lijk onderscheiden, komt naar mijn gevoel de ver antwoordingsplicht van het college van burgemees ter en wethouders in het gedrang, terwijl die ver Lj antwoordingsplicht een groot goed is dat we onder - alle omstandigheden moeten handhaven. ig Ik wil enkele opmerkingen aan het adres van je- mevrouw Saelman maken. Als zij het mij toestaat, zal mijn reactie niet lang zijn. Zij is erg kort mg geweest; ik kan dat, denk ik, ook zijn. Haar op l merking over de lange duur van vergaderingen zou ik van ganser harte willen onderschrijven. Ook over de tijdstippen waarop wij gemeenlijk vergade i. ren is nog wel het een en ander te zeggen. Twaalf of één uur 's nachts is in ieder geval geen tijd stip waarop we elkaar met allerlei moeilijke pro le blemen moeten lastigvallen. Mijn voorstel zou zijn de vergaderingen van de raad in het vervolg gewoon de eens 's middags om twee uur te laten beginnen. Op 1. die manier kan met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan het bezwaar van mevrouw ir- Saelman tegemoet worden gekomen. Dor Er mag, wil ik mevrouw Saelman zeggen, geen -■ sprake van zijn dat de raad op een zijspoor staat. Je- De controlerende taak van de raad ten aanzien van D het beleid op lokaal niveau staat voorop en mag onder geen enkele omstandigheid worden aangetast. Ik begrijp de opmerking van mevrouw Saelman over het begeleiden vanaf de wal. Het moet altijd zo zijn dat de raad de hoofdlijnen van het beleid vaststelt. In het programakkoord, dat overigens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1663