1666 28 NOVEMBER 1978 in Breda vrij hoog, zeker in de sector van de ge weldmisdrijven, waar het zelfs in de orde van grootte van 75 ligt. Enkele opmerkingen over de Politiewet, waar over wij overigens als gemeente niet zo verschrik kelijk veel te zeggen hebben. De heer Ten Wolde heeft gezegd voorstander van de voorgenomen wijzi ging van de Politiewet te zijn; wij moeten naar zijn mening de totstandkoming van grote korpsen zo veel mogelijk bevorderen. Ik geloof dat hij op termijn gelijk heeft. Zeker wanneer het om een politieorganisatie in nieuwe provincies gaat, zal de toekomst waarschijnlijk wel ontwikkelingen in die richting te zien geven. Aan de andere kant wil ik de heer Ten Wolde toch ook eens duidelijk zeggen dat het bij die grote korpsen, mede gezien de afstand tot de bevolking die grote korpsen zul len hebben, niet alles goud is wat er blinkt. Op de toepassing van artikel 30 van de Poli tiewet ben ik bij een eerdere gelegenheid al inge gaan. Wij geven in Breda met Etten-Leur en Ooster hout toepassing aan artikel 30. Ik geef toe dat die toepassing erg beperkt is en niet zo verschrik kelijk veel te betekenen heeft. Als wij artikel 30 op gemeentepolitie en rijkspolitie zouden toepas sen, zou, mede gezien de bezetting van de rijks politie, de samenwerkingsvorm, waarvan ik op zich zelf een warm voorstander ben, niet op voorhand ten voordele behoeven te strekken van de veilig heid die in deze stad zo wordt verlangd. Dit is een vraagstuk waarmee ik ten aanzien van de toe passing van artikel 30 worstel. Ik kan niet ver dragen dat spreiding in het kader van samenwerking nogmaals: op zichzelf toe te juichen ten koste van de veiligheid van de Bredase burger zelf zou gaan. Overigens wijs ik erop dat er juist van uit de Bredase politie een groot aantal samenwer kingsverbanden is, te weten op het gebied van: - personeelsbeoordeling - vuurwapeninstructie - alarmcentrale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1666