28 NOVEMBER 1978
1669
ontwikkelingshulp gemaakt. Totnogtoe heeft de dis
cussie zich buiten deze raad voltrokken. Ik wil
met nadruk zeggen dat ik als burgemeester graag
mijn medewerking wil verlenen, mits en ik vind
dat een redelijke voorwaarde er een consensus
bestaat over de wijze waarop we met elkaar werken.
Voor de raad en voor de deelnemers aan het gesprek
is dat van belang en ook voor mij is het van enige
betekenis. Hoewel ik weet dat het lang heeft ge
duurd, vind ik het te ver gaan nu al over een "ge
miste kans" te spreken. We hebben het over een
project gehad en daarbij is, niet ten onrechte,
veel gesproken over het bewustwordingsproces dat
daarmee verband houdtIk heb goede hoopook na
een bemiddelingspoging die van de zijde van één
van de leden is ondernomen, dat wij de "club" bin
nenkort bijeen kunnen roepen om metterdaad te gaan
werken aan het project dat door de heer Eissens is
bedoeld.
Tot slot wil ik nog ingaan op hetgeen de heer
Eissens over het taalgebruik heeft gezegd. Wij
doen verwoede pogingen om het taalgebruik te ver
beteren. Zeer onlangs hebben wij de hoofden van
dienst en de afdelingschefs gevraagd vooral eens
op hun taal te letten. Daarbij gaat het er waar
lijk niet alleen om dat boven een brief "Geachte
heer" en onder een brief "hoogachtend" staat; het
gaat om de hele presentatie, waaraan inderdaad nog
wel iets te doen is. Wij hebben daar grote belang
stelling voor en zullen proberen in de komende tijd
die presentatie te fatsoeneren waar dat mogelijk
is. Een taal is per slot van rekening gans een
volk.
Wethouder BROEDERS: Allereerst enkele opmer
kingen vooraf, waarvan de eerste wel de moeilijk
ste is. Het betreft namelijk de vraag hoe je op
treedt als lid van het "gezin Merkx"Als u be
denkt dat ik er was voordat de "vader" er was en als
u bedenkt dat de raad mij "verwekt" zou hebben,
lijkt het mij als ik uw gezichten zo eens bekijk