1676
28 NOVEMBER 1978
zouden die tekorten niet aan de orde zijn; dan
zouden wij globaal berekend nog eens 1,5 miljoen
per jaar te besteden hebben. Als wij echter uit
gaan van de meerjarenclaims en als wij daarbij
1980 invullen, loopt de raming ook door naar 1981
en als wij 1981 invullen, lopen beide jaren door
naar 1982. Dan komt u aan de cijfers die in de
nota van aanbieding zijn vermeld. Het betekent al
leen dat de groei van de gemeentefondsuitkering
van 3,5% is teruggebracht naar 2,35% en dat zou
kunnen leiden tot het niet laten doorgaan van
nieuwe zaken die in de claimsituatie in de meerja
renbegroting al zijn gehonoreerd. Het zou ook kun
nen betekenen dat wij bepaalde onderdelen van het
oude beleid gaan afbouwen en dat bepaalde activi
teiten wellicht soberder en goedkoper zouden kun
nen worden uitgevoerd. In totaliteit zou ook nog
de mogelijkheid van het eventueel inbouwen van
nieuwe activiteiten kunnen bestaan. Dat is echter
een gigantische operatie en daar ligt mijns in
ziens de grootste opdracht in het financiële vlak
voor de komende jaren. Ik hoop dat dit voldoende
duidelijk is, anders kom ik er overmorgen nog wel
op terug.
Wat de belastingverhoging betreft geloof ik
dat wij dat wij moeten trachten deze in de pas te
houden. In deze tijd beschouw ik het als een op
gave voor het stadsbestuur om de belastingen in
derdaad niet schoksgewijs en niet boven de trend
te verhogen. De vraag, of wij daar volledig in
slagen, zal vandaag niet door mij worden beant
woord. Het blijft namelijk altijd een kwestie van
afwegen van hetgeen wij gewenst achten, het ver-
zorgingspeil dat wij in Breda willen handhaven en
eventuele nieuwe dingen die wij in Breda willen
invoeren, tegenover de nadelen van belastingver
hoging die daaruit op een gegeven moment voort
vloeien.
De operatie die ons met betrekking tot de
permanente saneringscommissie te wachten staat
betekent dat elke functiewethouder ten aanzien van