28 NOVEMBER 1978
1681
in de Haagse Beemden. Laten wij nu niet zeggen dat
wij zo links en rechts wel wat sociale woningbouw
kunnen neerkwakken. Laten wij gewoon tegen elkaar
zeggen dat het probleem van de sociale woningbouw
in Breda én in Nederland een heel merkwaardig ge
geven is. Het is gewoon een feit dat er geen aan
nemer meer in Nederland te vinden is die bereid is
alleen woningwetbouw te realiseren. U hebt de pu-
blikaties gezien en u weet dat elke aannemer, die
op een eerlijke wijze woningwetbouw wil realiseren,
met een tekort komt te zitten. Moret Limperg
hebben een rapport uitgebracht waarin van een te
kort van 6,000,per woning wordt gesproken en
op grond daarvan ontstaat een hoogst merkwaardig
gehannes van gemeentebesturen, zoals dat ook in
Breda het geval is. Wij moeten samen met woning
bouwverenigingen pakketten aan aannemers aanbieden
waarbij het één het ander compenseert. Kortom, wij
gaan woningen in de vrije sector noodgedwongen
meesubsidiëren in de sociale woningbouw. Misschien
is dit in het kader van de nivellering een door
politieke partijen gewenste gedachte, maar ik vind
het in het kader van sociale woningbouw strikt on
gezond, Een ander punt dat wij in het oog moeten
houden is het enorm centralistisch denken van de
rijksoverheid bij de sociale woningbouw.
De heer GARRITSEN: Ik zou graag iets willen
vragen, want de heer Van Dun loopt er wel erg ge
makkelijk overheen. Als wij de cijfers van Breda
naast die van vergelijkbare steden leggen, steekt
Breda daar op een verschrikkelijke manier bij af
met zijn percentage sociale woningbouw. In een
plaats als Tilburg wordt jarenlang normaal 60 tot
65% sociale woningbouw gerealiseerd en in verge
lijking daarmee zitten wij in Breda de laatste ja
ren wel verschrikkelijk laag. Ik kan dan toch niet
anders dan constateren dat het beleid in dezen
volstrekt heeft gefaald.
Wethouder VAN DUN j Ik dank de heer Garritsen
voor zijn niet-wetenschappelijke opmerking. Ik