1682
28 NOVEMBER 1978
daag hem hier, nu en in de toekomst op elke door
hem te bepalen plaats uit om dit waar te maken I
Vanaf 1970 tot op heden is in Breda 35,4% sociale
woningbouw en 16,2% vrije sectorbouw, berekend te
gen de achtergrond van het totaal aantal woningen,
gereed gekomen. Laat de heer Garritsen maar eens
gemeenten aanwijzen die, met een zelfde tekort aan
bouwgrond in hetzelfde tijdsbestek, een dergelijk
percentage hebben gerealiseerd. Als de heer Gar
ritsen dat kan bewijzen, ben ik bereid met hem
"op de mat" te gaan.
De heer GARRITSEN: Het is erg moeilijk
Wethouder VAN DUN: Interrupties worden van
mijn tijd afgetrokken.
De heer GARRITSEN: Het wordt wel erg moeilijk
om met deze wethouder te debatteren. Als ik cij
fers noem van zijn eigen dienst openbare werken
die aangeven dat er dit jaar niet één woningwet
woning is gebouwd en als hij dan zegt dat dit niet
waar is, vraag ik mij af waar ik de cijfers dan
wél vandaan moet halen.
Wethouder VAN DUN: Dat is weer een ander item.
U moet natuurlijk op uw normale stoel blijven zit
ten en doorgaan met de discussie. U zegt dat er
andere gemeenten in Nederland zijn die relatief
meer woningwetwoningen hebben gebouwd dan Breda en
ik daag u uit dat over een periode van 7 jaar te
bewijzen, in vergelijking met gemeenten die in de
zelfde situatie als Breda hebben verkeerd. Dat
kunt u niet en daarom gooit u het maar over een
andere boeg met de opmerking dat er in Breda geen
woningwetwoning gereed is gekomen.
De heer GARRITSEN: Ik noem alle cijfers en u
bestrijdt ze voortdurend. Ik kan niet anders dan
de cijfers, die uw dienst mij beschikbaar stelt,
vergelijken met hetgeen in andere steden gebeurt.
Wethouder VAN DUN: Ik heb één cijfer genoemd
en dat is 35,4% woningwetbouw nu praat ik nog