28 NOVEMBER 1978
1687
Ik kom niet terug ondanks het feit dat de heer
Van der Steenoven dat misschien wilop de loca
tie van parkeergarages en ik blijf bij mijn stand
punt in dezen, ondanks het verwijt van fractie
voorzitter Crul dat ik het programakkoord op een
merkwaardige wijze interpreteer. Het is mij vol
strekt duidelijk wat er is afgesproken en wij gaan
uit van een visie, neergelegd in het structuurplan
voor de binnenstad alsmede in de parkeernota.
De kwestie van de bouwlocaties, gekoppeld aan
de sanering van het grondbedrijf B, is een moei
lijke zaak. Het gaat in feite om de vraag wat wij
voor wie in de binnenstad bouwen, waarbij wij wor
den "opgezadeld" met de 30% sociale woningbouw,
het verhaal van staatssecretaris Brokx en andere
dingen. Ik meen dat wij er uit "dreigen" te komen.
Wij hebben op het ogenblik een preadvies in voor
bereiding dat de raad in januari of februari na
collegebehandeling zal kunnen worden aangeboden.
Op grond daarvan zal de raad een keuze uit ver
schillende alternatieven kunnen maken, met inacht
neming van het totaal gemeentelijk financieel be
heer, van de indicaties van de sociografische
dienst, van politieke standpunten en fysieke moge
lijkheden. Er is gesproken over speculatie in de
binnenstad en de heer Crul heeft het zelfs over
"vreemde, maar niet arme snuiters" gehad. Wij heb
ben besloten met die mensen, waarvan wij weten dat
zij in de binnenstad wellicht wel eens dingen doen
die niet zo plezierig bij ons overkomen, gesprek
ken te gaan voeren om te proberen hen te overtui
gen van ontwikkelingen die goed zijn voor Breda.
Dat doet niets af aan het feit dat wij als college
van opvatting zijn dat het particulier initiatief
in de binnenstad niet totaal dient te worden ge
blokkeerd. Wij mogen echt niet de illusie hebben
dat alle besluitvorming voor de binnenstad alleen
maar door en op kosten van de gemeente kan worden
gerealiseerd. Wij zullen daarbij de hulp van het
particulier initiatief nodig hebben en blijven
hebben, voor zover dat particulier initiatief zich