159
16 FEBRUARI 1978.
Aangezien hier echter een provinciale regeling in
het geding is waarvan de gemeente Breda niet zelf
standig kan afwijken, dienen wij een motie in
waarin het college wordt verzocht initiatieven te
nemen om in overleg met andere gemeenten in Noord-
Brabant te komen tot het beëindigen van de auto
vergoeding voor burgemeesters voor plaatselijk
vervoer
De VOORZITTER: De door de heer Paquay inge
diende motie luidt als volgt:
"De gemeenteraad van Breda, in vergadering
bijeen op 16 februari 1978,
gehoord de discussie over agendapunt 11,
bijlage nr. 39, constateert:
1dat het inkomen van burgemeesters van dien
aard is, dat het overbodig is om alsnog
een autovergoeding te verstrekken voor
plaatselijk vervoer;
2dat een vermindering van de hoogste inko
mens van belang is voor de goede maat
schappelijke verhoudingen;
verzoekt het college initiatieven te nemen om
in overleg met andere gemeenten in Noord-
Brabant te komen tot het beëindigen van de
autovergoeding voor burgemeesters voor plaat
selijk vervoer."
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie
Paquay mede onderwerp van beraadslaging uit.
De heer VISSER: Wij hebben aan deze motie
eigenlijk helemaal geen behoefte; ik wist ook niet
dat zij zou worden ingediend. Ik zou echter toch
graag het antwoord van de wethouder willen afwach
ten.
Wethouder DE RAAFF: Ik heb de indruk dat de
federatie van fracties wederom gebruik maakt van
de gelegenheid om andere dingen aan de orde te
stellen dan er aan de orde zijn. Wat is er namelijk