1702
28 NOVEMBER 1978
Vooralsnog zijn er geen tekenen die op verandering
wijzen.
Allereerst zagen wij een afbouw in de land
bouw; die werd opgevangen door een groei in de
industriële sector, maar ook daar moest men con
stateren dat de groei er uit ging. Vervolgens
kwam de tertiaire sector aan de beurt, de dienst
verlening als grote groeier, maar ook thans zijn
er al weer rapporten bijvoorbeeld van Mercurius-
die erop wijzen dat automatisering en efficiency
de groei voor een belangrijk deel uit deze sector
zullen halen. Tot slot kijken wij dan naar de
kwartaire sector: overheid, onderwijs, gezondheids
zorg en gesubsidieerde instellingen. Ik ga voorbij
aan de macro-economische verkenningen die het fi
nanciële draagvlak behandelen, waarop de arbeids
plaatsen in de kwartaire sector moeten worden be
kostigd. Uitgangspunt hierbij is wel dat die fi
nanciering het bedrijfsleven financieel niet "om
zeep mag helpen". Voor ons als lokale overheid be
tekent dit dat wij met niet aflatende zorg zullen
moeten proberen de bestaande en toekomstige be
roepsbevolking van Breda aan voldoende werkgele
genheid te helpen. Voor zover ik als wethouder van
economische zaken, met drie maanden ervaring en
beperkt door een gedeeltelijke ambtelijke onder
steuning, kan voorzien zit in deze uitspraak enige
discrepantie
Breda zal als groeistad straks wellicht
30.000 nieuwe inwoners herbergen, maar de tijd is
afzienbaar waarop wij moeten constateren dat wij
met betrekking tot werk- en industrieterrein uit
onze jas zijn gegroeid. Bestuurlijk minder rele
vant in dit gebeuren is de vraag, of het exacte
tijdstip nu in 1985 of 1988 ligt. Hoewel op dit
moment geconstateerd mag worden dat Breda nagenoeg
is "uitverkocht" wat de beschikbare grond betreft,
is een aantal bestemmingsplanwijzigingen in voor
bereiding dat voor de komende jaren soelaas zal
kunnen bieden. Daarna is het binnen de gemeente
grenzen van Breda min of meer definitief afgelopen