28 NOVEMBER 1978
1703
Zowel de heren Eissens en Crul als de heer Ten
Wolde hebben hierop gewezen.
In dit kader is ook een vraag gesteld naar
de bestemmingsplanwijzigingen welke in procedure
zijn c.q. binnenkort in procedure gaan. Op dit mo
ment zijn dat er zes, waarvan de belangrijkste
zijn: Moleneind Oost met 20 hectare, Randzone Oost
Haagse Beemden met 10 hectare en Randzöne West
Haagse Beemden met eveneens 10 hectare. Daarnaast
is er een aantal verspreide locaties met in totaal
nog eens 15 hectare, waarvan de Dref- en Renbaan
met ca. 7 hectare het grootste onderdeel is. Bij
elkaar zo'n 50 a 60 hectare industrie- en kantoor
terreinen. Naast het niet in gemeente-eigendom
zijnde, beschikbare terrein is dit voldoende tot
de helft van de tachtiger jaren, hetgeen uiteraard
mede afhankelijk is van de vraag, hoe de terughou
dendheid ten aanzien van investeringen zich gaat
ontwikkelen, Hoe na pakweg 1985 soelaas kan worden
geboden voor het industrievestigingsbeleid zal op
korte termijn nader moeten worden bezien. Het is
volstrekt duidelijk dat deze vraagstukken, maar
ook de vraagstukken met betrekking tot de arbeids
markt, zich nu al niet meer beperken tot de enge
gemeentegrenzen van Breda.
Wij zullen net zoals de taakstelling ten aan
zien van de groeistad en de daaraan verwante woon
functie, ook ten aanzien van de werkgelegenheid
een ruime blik over de gemeentegrenzen moeten wer
pen. Een voortdurend overleg met de gemeenten bin
nen de regio Breda, die wel over industrieterrein
beschikken, zal daartoe noodzakelijk zijn.
Na deze ontboezeming met betrekking tot het
beleid op lange termijn, ga ik over tot beantwoor
ding van een aantal vragen die meer betrekking
hebben op het beleid op korte termijn.
De heer Eissens is van mening dat de finan
ciële bijdrage aan onder meer het Industrie- en
Havenschap Moerdijk en N.V. Vliegveld Seppe nog
slechts verantwoord is, indien zij bijdraagt tot
de ontwikkeling van Breda in de meest ruime zin.