1704
28 NOVEMBER 1978
Hij maakt deze opmerking tegen een financiële ach
tergrond. Ik wil erop wijzen dat de financiële
bijdrage aan het Industrie- en Havenschap Moerdijk
nihil is. Slechts in de toekomst zou op grond
van deelname in de gemeenschappelijke regeling
het Industrie- en Havenschap Moerdijk de gemeente
geld kunnen kosten bij het niet slagen van het
project. Om dit risico zo klein mogelijk te maken
zijn reeds herhaalde malen en dat zal ook in de
toekomst worden voortgezetmet de minister van
Economische Zaken besprekingen gevoerd over finan
ciële participatie van het rijk in het Moerdijk
project. Begin 1979 hoopt het Dagelijks Bestuur
van het Industrie- en Havenschap Moerdijk opnieuw
met de minister aan tafel te zitten om zulks nog
maals te bepleiten.
Met betrekking tot N.V. Vliegveld Seppe wijs
ik erop dat met een bijdrage van 24.000,
naar mijn mening de juiste relevantie is aangege
ven van het belang dat Breda heeft in N.V. Vlieg
veld Seppe. Overigens past mij hierbij enige be
scheidenheid aangezien de heer Garritsen hierom
trent vragen heeft gesteld die nog niet door het
college zijn beantwoord. Ik ben het met de heer
Eissens eens, waar hij stelt dat deze zaken conti
nu kritisch tegenover andere taken zullen moeten
worden afgewogen.
Een apart hoofdstuk is het voortdurend over
leg tussen overheid, werkgevers en werknemers op
lokaal niveau, zoals overeengekomen in het beleids
programma voor deze periode. Na een eerste gesprek
dat ik als portefeuillehouder heb gehad met zowel
vertegenwoordigers van werkgevers als van werkne
mers, mag ik zeggen dat de bereidheid ten princi
pale aanwezig is. Wel heb ik aan beide participan
ten de ruimte gegeven om ook voor zichzelf een
eerste oriëntatie te maken omtrent doel, taak,
plaats, functioneren en samenstelling van dit o-
verleg. Kernpunt daarbij is de afbakening tussen
de terecht door de heer Eissens gememoreerde re
gionale en stadsgewestelijke overlegsituaties,