1706
28 NOVEMBER 1978
verwachten dan een voor kennisgeving aannemen van
onze kandidatuur. Daar, waar de minister erkent
dat de groeistad Breda ook moet voorzien in een
adequate hoeveelheid arbeidsplaatsen, mogen wij
toch minstens verwachten dat de minister deze over
wegingen mede betrekt in zijn besluitvorming over
de vestigingsplaats van de Dienst Investerings
Rekening.
Algemeen zou ik mijn beschouwingen terzake
van het economisch beleid willen afronden met een
tweetal hoofdopmerkingen, waarbij ik hoop de heren
Eissens, Crul en Ten Wolde in hun vraagstelling
tegemoet te komen. Daar, waar Breda op langere
termijn binnen zijn gemeentegrenzen een discrepan
tie zal vertonen tussen de mogelijkheid van en de
vraag naar terrein voor werkgelegenheidscreatie,
zal het beleid strakker moeten worden aangehaald;
dit om zoveel mogelijk die werkgelegenheid hier te
krijgen waar de Bredase beroepsbevolking behoefte
aan heeft. De gemeente Breda heeft als centrumge
meente ook een werkgelegenheidsfunctie te vervul
len voor een groot gebied. Een verantwoordelijk
heid, die eenvoudig bestaat als gevolg van het
feit dat een groot aantal randgemeenten qua werk
gelegenheid op Breda is georiënteerd. Een samen
spraak tussen arbeidsmarkteenhèid en werkgelegen
heidsbeleid is daarom een essentiële voorwaarde.
De heer Crul heeft nog een aantal opmerkin
gen gemaakt die mij uitnodigen nog iets naders te
zeggen omtrent de criteria die toegepast worden
bij het selectief vestigingsbeleid. Deze criteria
zijn een weergave van de diverse beoordelingsas
pecten, welke een'rol spelen bij de vraag of een
bepaalde onderneming al dan niet past binnen het
uitgezette op de beroepsbevolking toegesneden
werkgelegenheidsbeleid. Hoewel de afzonderlijke
criteria uiteraard op zich niet van absolute bete
kenis zijn, wordt nadrukkelijk rekening gehouden
met een aantal factoren die de totstandkoming van
een evenwichtige arbeidsstructuur bevorderen. Dat
binnen dit kader nadrukkelijk gekeken wordt