161 16 FEBRUARI 1978. waar de burgemeester met zijn eigen auto rijdt; de motie vind ik dan ook vrij onsympathiek. De heer TAKS: Ik kan het met de laatste woor den van de heer Visser volledig eens zijn. Het is wat wonderlijk dat in de commissievergadering van 2 januari jongstleden de heren Paquay en Dreef zon der enig bezwaar met dit voorstel akkoord zijn ge gaan. Het is treffend te constateren hoe snel de nivelleringsdrang van de socialisten toeneemt als de verkiezingen naderen. De heer CRUL: De heer Visser spreekt over een onsympathieke motie; hij roert daarmee een punt aan waarover we ook in de fractievergadering even hebben gesproken. Het zal iedereen bekend zijn dat landelijk de discussie over dit soort dingen op gang is gekomen. Eén van de resultaten daarvan is dat onder meer de telefoonvergoeding voor een groot aantal ambtenaren is vervallen; misschien kunnen we daar in de raad nog wel eens over praten. Het is niet onze bedoeling dat van daag in de raad een beslissing wordt genomen. Het gaat erom of de ontwikkelingen waarover de discus sie op gang is gekomen door ons positief worden gewaardeerd, ook in het algemene beeld van de in komenspolitiek. Als dit het geval is, zou daarover overleg moeten worden geopend. Daar vragen wij in de motie om, waarbij er wellicht ook sprake is van bewustwording van degenen die hiermee te maken hebben. Met de motie hebben wij geen andere inten tie. Wethouder DE RAAFFIk herhaal dat ik er geen behoefte aan heb het initiatief te nemen om op de discussie die, zoals de heer Crul zegt, aan de gang is, vooruit te lopen. Als er iets moet veran deren, zal de verandering landelijk tot stand moe ten komen. Ik vind het onjuist om in Breda een uit zonderingspositie te gaan innemen en ik daag de heer Crul uit aan te tonen waar in den lande tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 161