28 NOVEMBER 1978 1711 onherroepelijk worden gefaseerd. Dat afwegings proces is bijzonder moeizaam. Breda groeistad met een wervend woonmilieumoet naar mijn me ning een goed functionerende Schouwburg hebben. Als centrumvoorziening verzorgen wij daar naast een verzorgingsgebied van ca. 200.000 inwo ners, waarbij wij een aanwijsbare functie vervul len. Bovendien moet gesteld worden dat ook het Museum, om maar één accommodatie te noemen, niet langer in de kou kan blijven staan. Het is een geheel ander cultuurveld, doch u zult het mij niet euvel duiden dat ik ten aanzien van de impor tantie nauwelijks een onderscheid durf te maken. Een gesprek met de rijksoverheid is gaande. Of dit echter tot een zodanig resultaat leidt dat Breda zijn verzorgingsfunctie, ook op cultureel gebied voor een grote regio staande zal kunnen blijven houden, is voorshands nog onduidelijk, maar de uitdaging waard! Het zal in ieder geval betekenen dat wij zul len moeten laveren tussen kleppen en obstakels en hoewel de heer Van de Wijngaard mij wel eens zee manskunsten heeft toevertrouwd moet ik er nogmaal op wijzen dat de nautische wetenschap mij onbe kend is. Wel weet ik dat laveren zowel een bewe ging naar links als naar rechts is. Zolang dat mevrouw Saelman nog niet duidelijk is zal zij mij niet in de boot nemen. Ik denk erin geslaagd te zijn om mijcon form de afspraken in het college, te onthouden van partij-politieke bespiegelingen, zeker na de woorden van "ons vader". Ik hoop daarin althans beter geslaagd te zijn dan in het spreken in de mij toegemeten tijd, waarvoor mijn verontschuldi gingen Wethouder WELSCHEN: Gezien het vergevorderd uur zal ik het maar lang maken, dan kunnen wij meteen door naar de volgende werkdag. Omdat ik niet zo erg thuis ben in de sector die mij is toebedeeld, heb ik de afgelopen weken in mijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1711