1714 28 NOVEMBER 1978 titel van het boekje zal ik u straks noemen. Waar het allemaal naartoe moet is natuurlijk glashelder. Alles draait om de vraag, waar wij met het gemeentelijk personeelsbeleid en met het gemeentelijk recreatiebeleid eigenlijk naartoe willen. In de uitgangspunten van het programak koord staat op pagina 3 heel duidelijk dat ge streefd wordt naar zo groot mogelijke ontplooi ingsmogelijkheden voor iedereen. Naar aanleiding van de constatering dat mensen die geen creatief werk hebben ook niet creatief recreëren, is ver meld dat extra aandacht moet worden besteed aan groepen in kansarme situaties die de genoemde ont plooiingsmogelijkheden duidelijk nog niet hebben. Gezien de tijd zal ik niet uitvoerig ingaan op het feit dat het beleid, zoals dat tot op heden in de sectoren personeel, jeugd, sport, recreatie en inspraak is gevoerd, min of meer automatisch de basis is van het beleid dat verder doorloopt. De heer VAN DUIJL: Mag ik de wethouder mis schien even interrumperen? Het is op het ogenblik één minuut over twaalf en als ik goed ben inge licht hebben wij een jarige in ons midden. Dit moment wil ik niet voorbij laten gaan en daarom bied ik de jarige mevrouw Merkx namens de gehele raad een bloemetje aan! (applaus) De VOORZITTER: Namens mijn vrouw dank ik de gehele raad hartelijk voor deze aardige attentie. De heer MERKX feliciteert zijn echtgenote en verlaat met haar de zaal. Het voorzitterschap wordt tijdelijk waarge nomen door loco-burgemeester BROEDERS. Wethouder WELSCHEN: Ik heb er zoëven al op gewezen dat de basis van het in de afgelopen drie maanden gevoerde beleid gelijk is aan de basis van het in het verleden gevoerde beleid. De beant woording die ik hier vanochtend geef wil ik dui delijk toespitsen op de aanzetten die in de afge lopen drie maanden zichtbaar zijn geworden en die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1714