28 NOVEMBER 1978
1717
eens van gedachten wisselen.
In de algemene beschouwingen is met name door
de heer Ten Wolde de aandacht gevestigd op een
groot aantal zaken die betrekking hebben op het
personeelsbeleid. Ik wil daarop zo kort en duide
lijk mogelijk proberen te antwoorden. De heren
Ten Wolde en Eissens hebben op het jaarverslag
gewezen. Het college is heel duidelijk van mening
dat dit jaarverslag beslist niet de eindfase is,
maar slechts een tussenfase: er zitten wel wat
goede ontwikkelingen in, maar het kan in deze
vorm niet zó functioneren als wij dat graag zou
den willen. Wij willen het sociaal jaarverslag
het volgend jaar in twee fasen laten ontstaan. In
de eerste plaats bij de diensten en bedrijven die
het dan zelf met hun m.c. bespreken. Op die ma
nier krijgen wij een herkenbaar, eigen, dicht bij
de mensen staand jaarverslag dat dan binnen de
dienst kan worden gebruikt om knelpunten bloot te
leggen. Daarna willen wij op basis van de deel-
verslagen komen tot een algemener Bredaas sociaal
jaarverslag dat aangeeft in hoeverre onze doel
stellingen van personeelsbeleid worden waargemaakt.
Het is te hopen dat dat een haalbare route zal
blijken te zijn; het zit in ieder geval in de
"pijp".
De heer Ten Wolde heeft vervolgens naar het
'ziekteverzuim-percentage gevraagd. Het gemiddelde
van 24 verzuimdagen geeft een wat overtrokken
beeld omdat de langdurig zieken, die dus een jaar
of langer niet werken, ook in de berekening zijn
verwerkt. Bij de dienst waar het verzuimpercentage
het hoogst is wordt door de afdeling personeel
een onderzoek ingesteld om een duidelijker beeld
van de oorzaken te krijgen.
Ik ben het ermee eens dat man en vrouw in het
interne promotiebeleid gelijke kansen moeten krij
gen. Het college is op dit moment bezig met de
vraag, hoe het dan met de kwaliteitsbewaking
staat. Vanaf een bepaald niveau lijkt het noodza
kelijk interne sollicitanten met externe te