1728
28 NOVEMBER 1978
ondersteunde toegankelijkheid en herkenbaarheid
van het voorzieningenpatroon worden gerealiseerd.
Bij het welzijnsbeleid gaat het echter om
méér dan alleen voorzieningen. CDA en PvdA wijzen
zoals ik al zei op contactarmoede, vervreemding,
bureaucratisering en professionalisering en ik
meen te mogen stellen dat dit verschijnsel zich
inderdaad manifesteert in alle gelederen van de
samenleving, zowel bij de kansarmen als bij de
achtergestelden en de beter- en goed gesitueerden.
De maatschappelijke dienstverlening, het vrijwil
ligerswerk en de "zelfhulpgroepen" zullen op dit
terrein erg belangrijk zijn. Voor veel mensen is
eigen welzijn slechts voor een deel bereikbaar en
dat vaak alleen met behulp van welzijnsinstellin-
gen en -activiteiten. Als u met ons beaamt dat
onze samenleving contactarm is en dat maatschap
pelijke dienstverlenings- en welzijnsinstellingen
een belangrijke taak hebben, dan ligt het voor de
hand juist nu niet te bezuinigen in deze sector.
Deze sector is namelijk wel de allerlaatste waar
op "beknibbeld" zou moeten worden.
Een belangrijk aspect van het welzijnsbeleid
is ook de plaats van de vrijwilliger. De WD- en
PvdA-fractie hebben hier uitdrukkelijk op gewezen
en ook het college hecht hieraan grote waarde.
Vrijwilligerswerk komt in verschillende vormen
voor. Het is het werk dat onbetaald gedaan wordt
door mensen voor de samenleving. Het wordt in di
rect contact voor medemensen gedaan, zoals ook het
werk in actiegroepen. Daarnaast zien wij ook in
het welzijnswerk en in de gezondheidszorg de laat
ste jaren de zogenaamde zelfhulpgroepen ontstaan,
waar mensen andere mensen vanuit hun eigen per
soonlijke ervaring willen helpen. Wij zijn van
mening dat het verrichten van vrijwilligerswerk
als vervanging van professionele hulpverlening
het gevaar met zich brengt dat het accent op be
paalde groeperingen komt te liggen bijvoorbeeld
vrouwen en werklozenwaardoor aan de eigenlijke
oplossing van de problemen van die groepen wordt