16 FEBRUARI 1978. 164 De VOORZITTER: Ik zie eigenlijk geen dwingen AN de reden om het voorstel, zoals de heer Crul vraagt, in de commissie algemene zaken aan de orde te stel len. Het voorstel is in de commissie openbare wer ken behandeld en daar is advies uitgebracht. Boven de- dien zal de heer Crul waarschijnlijk in de ter vi e- sie gelegde stukken hebben bespeurd dat dit een aangelegenheid is waarbij de gemeente een soort "doorschuiffunctie" vervult. Dit blijkt uit de brieven van de heer minister van binnenlandse za T ken die van verleden jaar november dateren.In die correspondentie eist de minister dat vóór een be - paalde datum deze datum ligt vlak achter ons R- de werkzaamheden moeten zijn aangevangen. M) Wanneer de heer Crul en anderen mij zouden vragen of ik eens over het gehele vraagstuk van rampenvoorzieningen wil spreken, moet die vraag r- bevestigend worden beantwoord. Ik geloof dat een dergelijke bespreking, die overigens al is toege zegd, zeer nuttig kan zijn. Bij een eerdere gele genheid heb ik mede aan de hand van schriftelijke or- vragen van de heer Kaarsemaker te kennen gegeven e bereid te zijn over het probleem als geheel van ge e dachten te wisselen; de leden van de commissie al de gemene zaken zijn daarvan op de hoogte. Bespreking g- van de problematiek is nu nog iets urgenter, omdat e vanwege de provincie een algemeen rampenplan zal il- verschijnen, waarop de gemeente zal moeten inspe m- len. Wat het ter tafel liggende voorstel betreft, het lijkt mij onnodig en onmogelijk .het aan te hou den en opnieuw aan de orde te stellen. De algemene - problematiek van schuilkeldervoorzieningen en ram t pen in het algemeen komt nog aan de orde. Ik stel or de raad voor het voorstel normaal in behandeling ing te nemen en er een beslissing over te nemen. ing i- De heer CRUL: Ik ben blij dat niemand ont kent dat er aspecten aan de orde zijn die in de commissie algemene zaken thuis horen. De veilig heidsaspecten en de functie van de kelder zullen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 164