1743 30 NOVEMBER 1978
(middag)
besturen. Dit was voor ons ook het uitgangspunt
toen wij met de fractie van de PvdA aan tafel gin
gen zitten. Ik wil de sfeer niet verder vertroe
belen door er nu nog dieper op in te gaan, maar
ik wil u wel verzoeken deze motie met voorrang na
de replieken te behandelen.
Ten opzichte van D'66 kan ik alleen maar zeg
gen dat nu haar politieke opvatting duidelijk is
geworden. Zij ziet de raad als mensen aan de wal,
terwijl D'66 het liefst zou zien dat het schip
van burgemeester en wethouders naar links zwenkt.
De beste stuurlui staan dan kennelijk toch aan
wal.' De bescheidenheid in het begin van het betoog
van mevrouw Saelman gaf blijk van een goede dosis
realiteit en gezonde opvatting. Het is jammer dat
zij zich daarna verstoutte een aantal opmerkingen
te maken en conclusies te trekken die toch wel een
demonstratie waren van haar nog erg geringe in
zicht in de problematiek. Dat kunnen wij haar ook
niet kwalijk nemen, maar het is jammer dat zij
dat niet eerder heeft beseft.
De opvattingen van de heer Garritsen en van
ons liggen zó ver uit elkaar dat wij het wel nooit
eens zullen worden. Het belangrijkste verschilpunt
is ongetwijfeld dat de heer Garritsen zich --met
alle respectuitsluitend inspant voor één groep:
de in zijn ogen verdrukten. Wij menen dat onze
verantwoordelijkheid uitgaat naar de belangen van
de gehele bevolking.
Ik wil thans overgaan naar de antwoorden die
wij van de zijde van burgemeester en wethouders
hebben gehad, met dank voor de reacties die op on
ze vragen en opmerkingen zijn gekomen. De algemene
beschouwingen die sommige wethouders meenden te
moeten houden waren voor ons niet nodig. Het was
een toegift die erg veel tijd heeft gevraagd en ik
heb u al gezegd dat wij in de commissie algemene
zaken nog eens terugkomen op de gehele begrotings
behandeling, waarbij wij zeker op dit punt zullen
ingaan. Ik kan u, voorzitter, geheel volgen in
hetgeen u over het functioneren van de raad hebt