30 NOVEMBER 1978 1750
(middag)
Mevrouw Pauiussen is voorts nog even ingegaan
op de kwestie van de maatschappelijke dienstverle
ning. Ik heb in dit verband gesproken van een
''doolhof voor de burgers" en de woorden van mijn
collega van de VVD kwamen op hetzelfde neer. Ik
heb de indruk dat de wethouder het ook wel zo ziet
en zich afvraagt hoe de burger, die maatschappe
lijke dienstverlening nodig heeft, de weg moet
vinden, zeker in de situatie van de geestelijke
nood. Heeft de wethouder zich al wat gedachten ge
vormd over de wijze waarop zij duidelijkheid ten
opzichte van de burgers denkt te realiseren?
Tot slot nog een actueel puntje in verband
met de opvolging van de directeur van de stadsge
westelijke gezondheidsdienst. Wethouder Pauiussen
is daar niet op teruggekomen en ik zou mij ook wel
kunnen voorstellen dat dit onderwerp bij het stads
gewest thuis hoort, maar dat verneem ik dan toch
nog graag even van haar. Dit waren de reacties on
zerzijds naar aanleiding van hetgeen het college
heeft ingebracht. Wij wachten met belangstelling
de antwoorden van burgemeester en wethouders hier
op af
De heer CRUL: Ik wil het zware geschut van
mijn beantwoording in de richting van de heer Eis
sens tot het slot van mijn betoog bewaren, dan kan
iedereen er nog eens over nadenken. Ik heb 20 mi
nuten om namens mijn fractie te reageren en ik zal
mijn best doen om binnen de tijd te blijven. In
mijn repliek wil ik in ieder geval ingaan op het
programakkoord; een punt waar ik mee wil eindigen
omdat daardoor de door de heer Eissens gevraagde
duidelijkheid wordt bevorderd. Ik wil beginnen met
de rol van de overheid, de politie, Bestek '81,
volkshuisvesting en tot slot financiën.
De rol van de overheid. Wij hebben nadrukke
lijk naar voren gebracht --en andere fracties heb
ben daarop ingehaakt-- dat wij wat de zeggenschap
betreft met nogal wat zaken te maken krijgen die
uitdrukkelijk onze aandacht vragen. Uit de opstel
ling van de WD proef ik dat zij de rol van de